Deze stap is van toepassing op de meeste UNIX-systemen, met inbegrip van Linux,
Sun OS (maar niet Solaris 2.xx), Silicon Graphics (lpr/lpd-optie nodig), DEC
ULTRIX, DEC OSF/1 en Digital UNIX. SCO UNIX-gebruikers moeten deze stappen
volgen, maar dienen tevens het onderdeel SCO UNIX configureren te raadplegen.
Gebruikers van RS/6000 AIX, HP/UX, Sun Solaris 2.xx, en andere systemen die geen
gebruik maken van het printcap-bestand, gaan direct naar sectie 3-a. Gebruikers van
SCO dienen eveneens naar sectie 3-a te gaan (SCO maakt gebruik van het printcap-
bestand, maar het bestand wordt automatisch geconfigureerd via de opdracht rlpconf).
Een voorbeeld van een doorsnee printcap-bestand:
laser1|Printer on Floor 1:\
:lp = :\
:rm=BRN_310107:\
:rp=TEXT_P1:\
:sd=/usr/spool/lpd/laser1:
Vergeet niet om deze informatie toe te voegen aan het einde van het printcap-bestand.
Let er bovendien op dat het laatste teken in het printcap-bestand een dubbele punt ":"
is.
Zo maakt u op de hostcomputer een wachtrij met de naam laser1, die communiceert
met een Brother afdruk-/faxserver met als knooppuntnaam (rm) BRN_310107 en als
servicenaam (rp) TEXT_P1, en die tekstbestanden via spooldirectory
/usr/spool/lpd/laser1 op een Brother-printer kan afdrukken. Als u een binair grafisch
bestand afdrukt, gebruikt u de service BINARY_P1 in plaats van TEXT_P1.
De rm- en rp-opties zijn op sommige UNIX-systemen niet beschikbaar. Controleer zo
nodig uw documentatie (of man-pagina's) voor informatie over soortgelijke opties.
Gebruikers van Berkeley-compatibele UNIX-systemen kunnen de opdracht lpc
gebruiken om de printerstatus op te vragen:
%lpc status
laser1:
queuing is enabled
printing is enabled
no entries
no daemon present
Als u AT&T-compatibele UNIX-systemen gebruikt, kunt u doorgaans de opdracht
lpstat of rlpstat gebruiken om soortgelijke statusinformatie op te vragen. Deze
procedure varieert van systeem tot systeem, dus raadpleeg de met uw systeem
meegeleverde documentatie voor gedetailleerde informatie hierover.
4. Als u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u dit gedeelte overslaan, tenzij u een SCO
UNIX-systeem hebt.
Als u een HP/UX-systeem, een IBM RS/6000 AIX-computer, of Sun Solaris 2.xx
hebt, dan is er geen printcap-bestand. Dit geldt tevens voor op AT&T gebaseerde
UNIX-systemen en voor vele op VMS gebaseerde TCP/IP-softwarepakketten
(bijvoorbeeld, UCX, TGV Multinet, enz.). Op SCO-systemen is er wel een printcap-
bestand, maar dat wordt automatisch geconfigureerd door de opdracht rlpconf.
Dergelijke systemen maken doorgaans gebruik van een printerinstellingsprogramma
voor het definiëren van de servicenaam (externe printer), de naam van de afdruk-
/faxserver (externe machine) of het IP-adres en de naam van de locale wachtrij
(spooldirectory). Raadpleeg de sectie die overeenkomt met de Unix-versie op uw
systeem.
HOOFDSTUK 12 AFDRUKKEN VANAF UNIX
12-4