Sun Solaris 2.x configureren
Sun Solaris 2.x maakt gebruik van lpsystem- en lpadmin-programma's voor het
configureren van de externe printer:
lpsystem -t bsd prnservername
lpadmin -p wachtrij -sprnservernaam!prnserverservice
accept wachtrij
systemen)
enable wachtrij
systemen)
waar wachtrij de naam is van de locale afdrukwachtrij,
prnservernaam de naam is van de afdruk-/faxserver (moet overeenkomen met wat
wordt gebruikt in het bestand /etc/hosts of met het IP-adres),
prnserverservice de naam is van de afdruk-/faxserver BINARY_P1 of TEXT_P1
service.
Als dit de eerste printer is die wordt geconfigureerd, moet vóór de opdracht accept
ook de opdracht lpsched worden gebruikt.
U kunt daarentegen ook Printer Manager gebruiken in het hulpprogramma Admintool
onder OpenWindows. Selecteer Edit, Add, en Add Access to Remote Printer. Voer nu
de naam van de afdruk-/faxserver in, in het formaat
printservernaam!\printserverservice, zoals hierboven beschreven. Zorg ervoor dat het
besturingssysteem van de printerserver is ingesteld op BSD (de standaardinstelling)
en klik op Add.
Het is raadzaam om in plaats van de NIS-service of andere name-services het bestand
/etc/hosts te gebruiken voor de printernaam. Wij wijzen u er tevens op dat u vanwege
een programmafout in de Sun lpd-implementatie op Solaris 2.4 en oudere versies,
problemen kunt hebben met het afdrukken van bijzonder lange afdruktaken. Een van
de oplossingen hiervoor is de software voor raw TCP-poorten te gebruiken (zie
verderop in dit hoofdstuk).
HOOFDSTUK 12 AFDRUKKEN VANAF UNIX
(niet vereist op recentere Solaris-
(niet vereist op recentere Solaris-
12-8