Inhoudsopgave
Advertenties
HOOFDSTUK EEN
11
TCP/IP-configuratie
21
TCP/IP-informatie toewijzen
Overzicht
Het TCP/IP-protocol vereist dat ieder apparaat in een netwerk een uniek IP-adres
heeft. In dit hoofdstuk leest u meer over het configureren van een IP-adres.
Standaard beschikken de Brother afdruk-/faxservers over het IP-adres 192.0.0.192,
maar u kunt dit IP-adres op eenvoudige wijze veranderen zodat het overeenstemt met
de IP-adresgegevens in uw netwerk. Dit kan op een van de volgende wijzen worden
gedaan:
1. Instelling via het MFC-voorpaneel.
2. BRAdmin-toepassing (voor Windows
IPX/SPX- of TCP/IP-protocol).
3. DHCP, Reverse ARP (rarp), of BOOTP
4. De opdracht ARP.
5. Brother BRCONFIG NetWare-hulpprogramma (Novell-netwerk nodig).
U kunt het IP-adres nadat het is ingesteld ook op andere manieren wijzigen:
1. Via het MFC-voorpaneel
2. TELNET
3. HTTP (met een Web-browser)
4. Andere op SNMP gebaseerde beheerhulpprogramma's
Deze configuratiemethoden worden hierna besproken.
Het IP-adres dat u toewijst aan de afdruk-/faxserver moet zich op hetzelfde logische
netwerk bevinden als uw host-computers. Is dit niet het geval, dan moeten het
subnetmasker en de router (gateway) geconfigureerd worden.
Een IP-adres toewijzen via het MFC-
voorpaneel
Raadpleeg hoofdstuk 2 voor gedetailleerde informatie over het configureren van het
IP-adres via het MFC-voorpaneel. Via het MFC-voorpaneel kunt u het IP-adres
programmeren terwijl u ook andere parameters configureert.
HOOFDSTUK 1 TCP/IP-CONFIGURATIE
1
®
95/98/Me/NT
1-1
®
4.0/2000 met het
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
