14
AFSTELLEN EN INREGELEN VAN DE BRANDERS
Alvorens met het afstellen te beginnen, dit hoofdstuk in zijn geheel goed doornemen.
14.1
Inleiding
De branders moeten altijd worden afgesteld in de volgende situaties:
A. - Bij installatie van een nieuwe ketel
- Bij service en onderhoud, wanneer wordt vastgesteld dat de CO
Afstelling staat beschreven in § 14.2.
B. - Bij het vervangen van een gasblok
- Bij het overstappen op een andere gassoort: gasconversie
Afstelling staat beschreven in § 14.3.
In alle vier gevallen onder A en B moet altijd de gas/lucht-verhouding van de verbranding worden gecontroleerd
(CO
-percentage) bij maximale en minimale belasting. Begin altijd met de maximale belasting en stel daarna de
2
minimale belasting in, en herhaal dit zo nodig.
Opbouw van dit hoofdstuk:
Eerst worden alle nodige gegevens in twee tabellen gegeven in § 14.1.1. Op de volgende pagina, in § 14.1.2, volgt
een tekening van het gasblok en stelschroeven. In § 14.1.3 wordt getoond hoe met de meetgaten moet worden
gewerkt. In § 14.1.4 staat het gehele afstelproces samengevat in een overzichtelijk schema, dat in de praktijk als
stappenplan kan worden gebruikt. De uitgebreide beschrijving staat in de §§ 14.2 en 14.3.
14.1.1
A
FSTELTABELLEN
Tabel 1
keteltype
belasting
max. belasting
+
S
400 / 550
min. belasting
1
Cf. EN437
2
Parameter P4BD (0, 1 of 2) moet ingesteld worden op de juiste gassoort door een deskundig installateur.
Voor het afstellen van CO
Controleer of parameter P4BD (gasgroep) op de juiste waarde staat ingesteld:
Instellen van de parameter wordt beschreven in § 14.3.2 op pagina 102.
96
rookgas
CO
(%)
2
O
(%)
2
CO
(%)
2
O
(%)
2
een bandbreedte van ± 0,1 % aanhouden (voor O
2
0 = standaard gas; bijv: aardgas G20 of G25
1 = propaan G31
2 = B/P (G30/G31)
E93.1301NL.E Senator
-waarden niet meer voldoen
2
1
nat.gas G20
en G25
9,0
4,8
9,0
4,8
+
CV
gassoort
1
1, 2
propaan G31
10,5
4,9
10,0
5,7
is dit ± 0,2 %).
2
Tabel 2 zie volgende pagina →
2
en B/P