7
5
Reinig nu de printer. (Zie "Reinigen," op pag. 5-14)
Reinigen
Reinig de printer nadat u de tonercartridge hebt vervangen.
1
5-14
De tonercartridge vervangen
Sluit het bovenblad.
BELANGRIJK
•
Als u het bovenblad niet kunt sluiten, controleer dan of u de tonercartridge wel
goed in de printer hebt gezet. Als u ruw te werk gaat bij het sluiten van het
bovenblad, kan de printer beschadigd raken.
•
Laat het bovenblad niet lange tijd openstaan wanneer u de tonercartridge hebt
ingezet.
Leg een vel wit papier van A4-formaat (of Letter-formaat) in de
multifunctionele lade of in de lade voor invoer met de hand.
Zie "Afdrukken op normaal papier, zwaar papier, etiketten en transparanten," op
pag. 2-13 voor het inleggen van een vel papier van A4-formaat (of
Letter-formaat).