■ [Afdrukstand]
Hier kunt u kiezen tussen een staande of een liggende afdrukstand.
Klik bij [Afdrukstand] op [Staand] of [Liggend].
■ [Pagina-opmaak] (Zie pag. 4-35)
•
N pagina's per vel
U kunt meerdere pagina's afdrukken op één vel papier.
Voor het aantal pagina's kunt u kiezen tussen 1, 2, 4, 6, 8, 9 of 16 (Pagina's per vel
papier).
Kiest u 2, 4, 6, 8, 9 of 16 (pagina's per vel), wordt de keuzelijst [Paginavolgorde]
weergegeven waarin u de volgorde van de pagina's kunt opgeven.
•
Poster
Met deze optie wordt één pagina uitvergroot en op meer vellen papier afgedrukt.
Voor het aantal pagina's kunt u kiezen tussen 2 x 2, 3 x 3 of 4 x 4.
■ [Handmatig schalen] / [Paginavolgorde] (Zie pag. 4-38)
4
De instelling [Handmatig schalen] wordt weergegeven als [Pagina-opmaak] is ingesteld
op 1 pagina per vel. De instelling [Paginavolgorde] wordt weergegeven als het aantal
pagina's per vel 2, 4, 6, 8, 9 of 16 is.
•
Handmatig schalen: De schaalfactor wordt automatisch aangepast als [Paginaformaat]
en [Uitvoerformaat] niet overeenkomen. Als u de schaalfactor handmatig wilt wijzigen,
selecteert u [Handmatig schalen] en voert u de numerieke waarde voor de schaalfactor
in in het vak ernaast. U kunt een schaalfactor instellen tussen de 25 en de 200%.
•
Paginavolgorde: Wanneer u meerdere pagina's op één vel papier afdrukt, kunt u de
paginavolgorde opgeven.
■ [Aangepast papierformaat] (Zie pag. 4-42)
U kunt het onderstaande dialoogvenster openen door op [Aangepast papierformaat] te
klikken.
In dit dialoogvenster kunt u de papierlengte en –breedte invoeren wanneer u print op
papier van een speciaal formaat dat niet overeenkomt met één van de
standaard-papierformaten.
In Windows 98/Me kunt u tot 30 aangepaste papierformaten toevoegen. In Windows
2000/XP/Server 2003 hangt het aantal af van de systeemomgeving.
4-22
Werken met de afdrukfuncties