Download Print deze pagina

Canon LBP 3000 Gebruikershandleiding pagina 227

Advertenties

2
3
Werken met profielen
4
Met behulp van profielen kunt alle voorkeursinstellingen voor afdrukken die u hebt
opgegeven op de tabbladen [Pagina-instelling], [Afwerking], [Papierbron] en
[Kwaliteit] in één keer opslaan of importeren. U kunt ook profielen toevoegen en
bewerken en een keuze maken tussen verschillende profielen.
Ga als volgt te werk als u voorkeursinstellingen voor afdrukken wilt opslaan als een
[Profiel].
Zorg er eerst voor dat één van de tabbladen [Pagina-instelling], [Afwerking],
[Papierbron] of [Kwaliteit] is geopend en ga dan als volgt te werk.
OPMERKING
Als u Windows 98/Me gebruikt, kunt u maximaal 50 profielen aanmaken. Als echter
[Gebruikers kunnen hun voorkeuren en Bureaubladinstellingen aanpassen. Windows
schakelt over naar uw persoonlijke instellingen wanneer u zich aanmeldt.] is
geselecteerd in het tabblad [Gebruikersprofielen] van de Windows
wachtwoordinsellingen (dubbelklik op [Deze computer] ➞ [Configuratiescherm] ➞
[Beveiliging] of [Wachtwoorden]), kunt u per gebruiker tot 50 profielen aanmaken .
Als u Windows 2000/XP/Server 2003 gebruikt, kunnen er maximaal 50 profielen worden
toegevoegd voor elke gebruikersaccount.
Als u de naam van printer wijzigt, worden opgeslagen profielen onleesbaar. Als u de
printernaam herstelt in de oorspronkelijke waarde, kunt u de profielen weer lezen.
Profielgegevens worden zelfs niet gewist als u de installatie van de printer ongedaan
maakt. U kunt de profielen weer gebruiken wanneer u het printerstuurprogramma weer
installeert.
Bestanden met profielinformatie die zijn opgeslagen in Windows 98/Me kunnen niet
worden gebruikt in Windows 2000/XP/Server 2003 en omgekeerd kan dat ook niet.
Wanneer u een profiel selecteert, verandert daardoor niet de instelling [Paginaformaat].
4-50
Werken met de afdrukfuncties
Kies de gewenste instellingen:
[Helderheid]:
[Contrast]:
Controleer de instellingen en klik op [OK].
Het tabblad [Kwaliteit] verschijnt weer.
Past de helderheid aan die wordt gebruikt bij het
afdrukken. Pas de helderheid aan door de schuifbalk
[Helderheid] naar links of naar rechts te slepen.
Past het contrastniveau aan die wordt gebruikt bij het
afdrukken. Pas het contrast aan door de schuifbalk
[Contrast] naar links of naar rechts te slepen.

Advertenties

loading