OPMERKING
Wat u moet doen om het dialoogvenster [Eigenschappen voor document] op het
scherm te krijgen, kan variëren afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.
7
Op de tabbladen [Pagina-instelling], [Afwerking], [Papierbron]
en [Kwaliteit] kunt u uw voorkeursinstellingen voor afdrukken
opgeven.
OPMERKING
•
De instelingen die u hier opgeeft, gelden alleen voor het bestand dat geopend is.
Controleer iedere keer dat u print de inhoud van het dialoogvenster
[Eigenschappen voor document]. Het is vooral aan te bevelen de informatie op het
tabblad [Pagina-instelling] en het tabblad [Papierbron] te controleren.
•
De standaardinstellingen voor alle bestanden kunnen met behulp van het volgende
dialoogvenster worden geconfigureerd.
- Voor Windows 98/Me: Open het dialoogvenster [Eigenschappen voor printer] in
de map [Printers]. (Zie "Het dialoogvenster [Eigenschappen voor printer] openen
in de map [Printers]," op pag. 4-9.)
- Voor Windows 2000/XP/Server 2003: Open het dialoogvenster [Eigenschappen
voor document] in de map [Printers en faxapparaten] of de map [Printers]. (Zie
"Het dialoogvenster [Eigenschappen voor document] openen in de map [Printers
en faxapparaten] of in de map [Printers]," op pag. 4-13.)
Afdrukken vanuit een toepassing
4
4-5