Inhoudsopgave
Advertenties
Oorzaak
De brandstof is verontreinigd of de dieselbrandstof is
niet van de juiste kwaliteit.
Speling van in- en uitlaatkleppen verkeerd ingesteld. Stel de klepspeling in op de aanbevolen waarden.
Motorcompressie laag in een of meer cilinders.
ECU of elektrische sensor storing.
Versleten of defecte hoge-druk brandstofpomp.
Nokkenas of klepstoters beschadigd.
Oorzaak
Storing sensor voor koelvloeistoftemperatuur.
De motorsteunen zijn te strak aangedraaid, zijn be-
schadigd of zitten los.
De brandstofinjectielijnen lekken.
De brandstof is belucht.
De brandstofopvoerpomp werkt niet goed (ontoerei-
kende brandstoftoevoer).
Brandstoffilter(s) geblokkeerd, brandstoftoevoer be-
lemmerd.
De brandstof is verontreinigd of de dieselbrandstof is
niet van de juiste kwaliteit.
Speling van in- en uitlaatkleppen verkeerd ingesteld. Stel de klepspeling in op de aanbevolen waarden.
Motorcompressie laag in een of meer cilinders.
Eén of meer brandstofinjectoren is versleten of de-
fect.
ECU of elektrische sensor storing.
Versleten of defecte hoge-druk brandstofpomp.
67
Tabel 22. Motor – loopt niet goed wanneer stationair.
9841/4056-1
Oplossing
Zet de motor af. Vervang de brandstoffilters. Laat de
motor draaien bij een tijdelijke toevoer van de juis-
te kwaliteit schone brandstof.
gina 81).
Controleer de motorprestaties. Vui-
le brandstof veroorzaakt schade aan de hoge-druk
brandstofpomp en injectoren.
Controleer de motorcompressie.
Controleer de elektronische foutcodes. Controleer de
elektrische aansluitingen bij de ECU en sensoren.
Controleer de elektronische foutcodes. Neem contact
op met uw JCB motordealer.
Neem contact op met uw JCB motordealer.
Oplossing
Controleer de elektrische aansluiting bij de koelvloei-
stofsensor. Controleer de juiste elektrische draden
op open stroomkringen of kortsluitingen. Controleer
de elektronische foutcodes. Test de koelvloeistofsen-
sor. Zie de Testprocedures, Hoofdstuk 6. Als de mo-
tor de bedrijfstemperatuur niet bereikt, Zie tabel 40.
Controleer de staat van de motorsteunen. Raadpleeg
het onderhoudshandboek van de machine voor de
juiste afstelprocedure.
Vervang defecte hogedrukbrandstofleidingen. Defec-
te brandstofleidingen mogen niet gerepareerd wor-
den. In het geval van brandstoflekkage moet u de
motor onmiddellijk uitzetten en contact opnemen met
uw JCB motordealer.
Controleer het lagedrukbrandstofsysteem op loszit-
tende verbindingen en mogelijke luchtopnamepun-
ten. Verhelp een of ander en ontlucht dan het brand-
stofsysteem.
Controleer of de opvoerpomp werkt en brandstof aan
de hogedrukbrandstofpomp toevoert. Controleer de
juiste elektrische draden op open stroomkringen of
kortsluitingen.
Controleer/vervang de brandstoffilter(s). Controleer
de brandstofleidingen op vernauwing.
Zet de motor af. Vervang de brandstoffilters. Laat de
motor draaien bij een tijdelijke toevoer van de juis-
te kwaliteit schone brandstof.
na 81).
Vuile brandstof veroorzaakt schade aan
de hoge-druk brandstofpomp en injectoren.
Controleer de motorcompressie.
Controleer de elektronische foutcodes. Controleer de
elektrische aansluitingen bij de inejctoren (Specialis-
tische taak - Neem contact op met uw JCB Dealer).
Controleer de elektronische foutcodes. Controleer de
elektrische aansluitingen bij de ECU en sensoren.
Controleer de elektronische foutcodes. Neem contact
op met uw JCB motordealer.
Onderhoud
Foutopsporing
Zie: Brandstof (Pa-
Zie: Brandstof (Pagi-
67
Advertenties
Inhoudsopgave
