Inhoudsopgave
Advertenties
Algemeen
Reinigen
Let op! Maak de motor eerst schoon voordat u met onderhoudswerkzaamheden aan de motor begint.
Ga op de voorgeschreven wijze te werk. Verontreiniging van het brandstofsysteem leidt tot schade aan de
motor en mogelijk tot het uitvallen ervan.
Let op!
De motor of bepaalde onderdelen zouden door onder hoge druk werkende wassystemen
beschadigd kunnen raken; er moeten speciale voorzorgsmaatregelen worden genomen als de motor met
behulp van een hogedruksysteem gereinigd gaat worden. Zorg ervoor dat de luchtinlaat van de motor,
wisselstroomdynamo, startmotor en alle overige elektrische componenten goed afgeschermd zijn en niet
rechtstreeks door het hogedrukreinigingssysteem gereinigd worden.
Alvorens onderhoudsprocedures uit te voeren waarvoor componenten verwijderd moeten worden, moet eerst
de motor goed worden schoongemaakt.
De reinigingswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd ofwel in de omgeving van te verwijderen
componenten ofwel, bij groot onderhoud of werkzaamheden aan het brandstofsysteem, moet de gehele motor
en omgevende delen van de motor gereinigd worden.
Zet de motor af en laat die ten minste een uur lang afkoelen. Probeer niet om een deel van de motor te reinigen
terwijl de motor loopt.
1. Vergewis u ervan dat het elektrisch systeem is losgekoppeld.
2. Controleer of alle elektrische verbindingen op de juiste wijze op elkaar zijn aangesloten. Als er verbindingen
blootliggen, breng dan de juiste doppen aan of dicht ze af met waterdichte tape.
3. Dek de wisselstroomdynamo af met een kunststofzak om het binnendringen van water te voorkomen.
4. Dicht de luchtinlaat, uitlaat en ontluchting van de motor af.
5. Controleer of de olievuldoppen en peilstok juist geïnstalleerd zijn.
6. Gebruik een lagedrukwaterstraal en zachte borstel om aangekoekte modder of vuil er af te weken.
7. Breng met een borstel een goedgekeurd reinigings- en ontvettingsmiddel op. Volg de fabrieksvoorschriften
op.
8. Gebruik een hogedrukreiniger om het zachte vuil en olie te verwijderen. Richt de waterstraal niet
rechtstreeks op oliekeerringen of elektrische en elektronische onderdelen, zoals de motor ECU
(Elektronische regeleenheid), wisselstroomdynamo of de brandstofinjectoren. Kom met het spuitmondstuk
niet dichter dan de gespecificeerde afstand tot de motor of een deel van het nabehandelingssysteem.
Lengte/afmeting/afstand: 600 mm
9. Wanneer u klaar bent met de hogedrukreiniging, rij de machine dan weg van de wasplaats, of u kunt ook
het tijdens de wasbeurt uit de machine vrijgekomen materiaal wegspoelen.
10. Verwijder alle vocht voordat u aan specifieke delen van de motor gaat werken, door deze eerst met een
persluchtstraal droog te maken. Verwijder zand- of gritdeeltjes die zijn blijven zitten met een zachte schone
borstel wanneer het betreffende deel droog is.
11. Houd er bij het verwijderen van componenten rekening mee dat er vuil of rommel vrij kan komen. Dek open
poorten af en veeg het neergeslagen vuil weg alvorens verder te gaan
Voordat men werkzaamheden aan het hogedruk brandstofsysteem uitvoert moet de machine extra gereinigd
worden.
Controleren (conditie)
Start de motor en controleer op:
•
Overmatige rookafgifte
48
Motor
9841/4056-1
Onderhoud
Motor
48
Advertenties
Inhoudsopgave
