Inhoudsopgave
Advertenties
Algemeen
Startprocedure
Let op! Laat de startmotor niet langer dan 20 s achter elkaar draaien. Laat de startmotor ten minste 2
min afkoelen.
1. Zorg ervoor dat alle bedieningen (indien van toepassing) correct zijn ingesteld voordat de machine wordt
gestart. Zie de bedieningshandleiding van de fabrikant voor meer informatie daar de feitelijke installatie
kan afwijken.
2. Zet de contactsleutel in stand (I) om een verbinding tot stand te brengen tussen de accu en alle elektrische
circuits.
3. Voor motorkoelvloeistoftempera- turen die onder de waarde liggen gespecificeerd voor het gebruik van een
roosterverwarming (indien geïnstalleerd), zal het lampje van de roosterverwarming gaan branden. Wacht
tot het lampje van de roosterverwarming gedoofd is.
Temperatuur: -4 °C
4. Draai de contactsleutel door naar stand (II) en houd de sleutel in deze stand totdat de motor aanslaat. Laat
de startmotor niet langer draaien dan de voorgeschreven tijd.
Duur: 20 s
5. Er is voorafgaand aan het aanslaan van de motor een opzettelijke vertraging om een goede
aanzuiging van het motorsmeersysteem te waarborgen. De vertragingstijd wordt bepaald door de
motorkoelvloeistoftemperatuur en kan oplopen tot max.:
Duur: 20 s
6. Als de motor niet aanslaat, zet de contactsleutel dan terug in stand "0". Laat de startmotor gedurende de
voorgeschreven tijd afkoelen:
Duur: 2 min
7. Nadat u de motor gestart hebt, is er een opzettelijke vertraging bij stationair toerental terwijl de
toerentalregeling in die tijd wordt onderdrukt om een goede aanzuiging van het smeersysteem te
waarborgen. Deze vertraging wordt bepaald door de motorkoelvloeistoftemperatuur. De vertragingstijd kan
oplopen tot max.:
Duur: 28 s
A Contactschakelaar
20
Starten van de motor
Figuur 10.
A
B Contactsleutel
9841/4056-1
B
Bediening
Starten van de motor
20
Advertenties
Inhoudsopgave
