10.3. Met de IMV overbruggingstest kan de motor voor een vooraf ingestelde periode rondgedraaid worden
zonder dat de motor start zodat er voldoende tijd is om de olie rond de motor te laten circuleren.
Duur: 10 s
11. Laat de motor stationair draaien. Controleer of het waarschuwingslampje voor lage oliedruk onmiddelijk
na het starten van de motor uit gaat. Als het waarschuwingslampje niet uitgaat dan moet u de motor stop
zetten en de oorzaak onderzoeken.
12. Controleer op olielekkage. Controleer het oliepeil opnieuw zodra de olie is afgekoeld en vul indien nodig
bij met zuivere motorolie.
B
A Peilstok
C Aftapplug oliereservoir
E Aftapplug op het filterhuis
G Filterkop
Item
Omschrijving
C
Aftapplug oliereservoir
E
Aftapplug op het filterhuis
F
Oliefilterbus
Riem van de hulpaandrijving vóór (FEAD)
Controleren (conditie)
Let op! Een loszittende aandrijfriem kan schade veroorzaken aan de riem zelf en/of andere machinedelen.
1. Zorg ervoor dat het product in alle opzichten veilig is.
Zie: Stoppen en parkeren (Pagina 23).
51
Figuur 14.
H
B Olievulpunten
D 'O' ring
F Filterbus
H Afdichting
Tabel 12. Aanhaalmomenten
9841/4056-1
Onderhoud
Motor
A
B
Nm
40
40
15
51