Uitlaat Na Behandeling (EAT)
Inleiding
Deze motor voldoet aan de toepasselijke voorschriften. Het emissiebeheersingssysteem voldoet aan de
uitlaatemissievoorschriften. Het emissiebeperkingssysteem wordt gedefinieerd als een inrichting, systeem of
constructieonderdeel dat motoruitlaatgasemissies regelt of beperkt.
Uw motor is uitgerust met een volledig geautomatiseerd nabehandelingssysteem. Het beschikt over een
geavanceerd systeem van zelfcontrole en storingsdetectie om te waarborgen dat het zowel betrouwbaar
als conform de toepasselijke emissiewetgeving is. Een waarschuwingssysteem voor de bestuurder geeft
aan wanneer het systeem niet goed werkt of wanneer er ingegrepen moet worden. Nalating om op dit
waarschuwingssysteem te reageren en een eventuele storing te verhelpen resulteert in het afstellen van de
motor. Dit systeem zal de motorprestatie beperken totdat de aangetroffen storing is verholpen; als gevolg
hiervan is de machine mogelijk niet in staat om de werkzaamheden voort te zetten.
Het manipuleren van of wijzigingen aanbrengen aan de motor kan de typegoedkeuring en de garantie ongeldig
maken. De boordcomputer zal dan storings-/manipulatieomstandigheden registreren. Controlediensten
kunnen deze logboekregistraties met een scanner uitlezen.
De type goedkeuring is alleen geldig certificaat wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
•
De motor en het emissiebeperkingssysteem worden bediend en onderhouden in overeenstemming met
de instructies in deze handleiding.
•
Er worden onmiddellijk maatregelen genomen om een onjuiste werking, onjuist onderhoud of onjuiste
reparatie te verhelpen.
•
De motor of het emissiebeperkingssysteem is niet opzettelijk misbruikt en er is niet aan geknoeid.
Dieseldeeltjes
Het SCRF systeem combineert elementen van een DPF (Dieseldeeltjesfilter), om dieseldeeltjes of roet te
verwijderen en SCR (Selectieve katalytische reductie) om stikstofoxiden te verwijderen, in dezelfde bus om
uitlaatemissies te beheersen.
Het nabehandelingssysteem kan een zelfreinigende 'regeneratie' routine uitvoeren om de doeltreffendheid te
behouden en aan de wettelijk vastgestelde limieten te voldoen. Dit is automatisch en de machine kan normaal
bediend worden terwijl dit plaatsvindt. Tijdens de regeneratie stijgt de temperatuur van de uitlaatgassen en de
bestuurder kan besluiten om een rengeratie stop te zetten, bijvoorbeeld als de machine zich in een gevaarlijke
omgeving bevindt.
Als de regeneratie niet automatisch uitgevoerd kan worden wegens een zeer lichte bedrijfscyclus dan wordt de
bestuurder hiervan op de hoogte gesteld door een reeks lampjes op het dashboard zoals hieronder beschreven.
Als dit zich voordoet, heeft de bestuurder de keuze om ofwel de motor bij een hoger vermogen te laten werken
ofwel de regeneratiecyclus d.m.v. een stationaire regeneratie uit te voeren.
De stationaire regeneratie is een procedure waarbij het uitlaatsysteem automatisch heet genoeg is terwijl
de machine stilstaat. De bestuurder moet bevestigen dat de motor een stationaire regeneratie kan laten
plaatsvinden door de procedure te starten en kan de machine niet gebruiken terwijl de procedure plaatsvindt.
Raadpleeg de bedieningshandleiding van de machine voor de procedure om een stationaire regeneratie in
gang te zetten. Een knipperend DPF lampje geeft aan dat er een stationaire regeneratie loopt.
Als de bestuurder het DPF waarschuwingslampje negeert, en de stationaire regeneratie niet wordt gestart, dan
raakt de DPF verstopt en worden de prestaties van de motor geleidelijk aan minder. Vervanging of speciale
reiniging is nodig.
De DPF escalatie kan in 6 niveaus worden onderverdeeld:
Niveau 0: normaal bedrijf. Geen DPF regeneratie nodig. Bij een succesvolle afronding van een actieve,
handmatige of service regeneratie keert de motor terug naar niveau 0 bedrijf.
•
Geen DPF lampje.
•
Handmatige regeneratie niet beschikbaar voor de bestuurder.
95
Motor
9841/4056-1
Technische gegevens
Motor
95