Algemeen
Werken in een stoffige of zanderige omgeving
Raadpleeg de documentatie van de machinefabrikant voordat u het volgende overweegt:
1. Luchtfilter. Ongeacht het inspectieschema dient u de elementen regelmatig te controleren, te reinigen en
te vervangen.
2. Controleer of alle motoropeningen of andere openingen goed afgedekt zijn om binnentreden van zand en
stof te voorkomen.
3. Zorg ervoor dat er zich geen vuil kan ophopen rondom de motor.
Werken in kustgebieden
Raadpleeg de documentatie van de machinefabrikant voordat u het volgende overweegt:
1. Zorg ervoor dat de motor en de systemen niet met zoutwater in aanraking kunnen komen.
Bediening in gebieden met natte of zachte grond.
Raadpleeg de documentatie van de machinefabrikant voordat u het volgende overweegt:
1. Vocht of modder zijn slecht voor de lak, bedrading en metalen delen. Houd de motor zo droog mogelijk.
2. Zorg ervoor dat er zich geen vuil kan ophopen rondom de motor.
Werken bij lage temperaturen
Let op! Schakel nooit twee accu's in serie om zo 24 V voor het starten van de machine te produceren,
want hierdoor kunnen de stroomkringen schade oplopen.
1. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de machine.
2. Gebruik motorsmeerolie van de juiste viscositeit.
Zie: Vloeistoffen, smeermiddelen en hoeveelheden (Pagina 80).
3. Gebruik, indien beschikbaar, dieselbrandstof die geschikt is voor lage temperaturen.
4. Gebruik het juiste koelvloeistofmengsel.
5. Houd de accu volledig opgeladen.
6. Vul de brandstoftank en DEF (Dieseluitlaatgasvloeistof)-tank aan het eind van elke werkperiode; dit is van
belang om te voorkomen dat er zich condensatie op de wanden van de tank vormt.
7. Bescherm de machine, indien dat voor de toepassing nodig is, wanneer die niet in gebruik is.
8. Stal de machine, indien dat voor de toepassing nodig is, in een gebouw of dek die af met een dekzeil.
9. Verwijder sneeuw uit de motorruimte, indien dat voor de installatie nodig is, voordat de motor wordt gestart,
anders kan er sneeuw in het luchtfilter terechtkomen
Bij temperaturen onder de 0 °C moeten er speciale voorzorgsmaatregelen worden genomen in aanvulling op
het bovenstaande.
De DEF systeemtank en leidingen worden via een automatisch verwarmingssysteem tegen bevriezing
beschermd. De bestuurder hoeft hiervoor geen bedieningshandelingen te verrichten.
1. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de machine.
2. Tap het water uit het brandstofsysteem af om bevriezing te voorkomen.
25
Werkomgeving
9841/4056-1
Bediening
Werkomgeving
25