Oorzaak
Het luchtinlaat- of uitlaatsysteem zit verstopt.
De brandstof is belucht.
Controleer brandstofinlaatrestrictie.
De brandstofopvoerpomp werkt niet goed (ontoerei-
kende brandstoftoevoer).
De brandstof is geparaffineerd als gevolg van koude
weersomstandigheden.
De brandstof is verontreinigd of de dieselbrandstof is
niet van de juiste kwaliteit.
Brandstoffilter(s) geblokkeerd, brandstoftoevoer be-
lemmerd.
Brandstofretourleiding verstopt, niet goed aangeslo-
ten.
ECU of elektrische sensor storing.
Oorzaak
Loopt niet goed wanneer stationair.
De motor is koud, storing aan de koelvloeistof tempe-
ratuursensor.
De brandstofinjectielijnen lekken.
De brandstof is belucht.
De brandstofopvoerpomp werkt niet goed (ontoerei-
kende brandstoftoevoer).
Brandstoffilter(s) geblokkeerd, brandstoftoevoer be-
lemmerd.
66
Oplossing
Voer een visuele inspectie uit van het luchtinlaat- of
uitlaatsysteem op blokkage of obstructie – zo nodig
verwijderen. Controleer de luchtfilterelementen op te-
kenen van verstopping - vervang ze indien nodig.
Controleer het brandstofsysteem op loszittende ver-
bindingen en mogelijke luchtopnamepunten. Verhelp
een of ander en ontlucht dan het brandstofsysteem.
Maximale inlaatrestrictie tot de brandstofpomp mag
niet meer zijn dan 0,133 bar. Controleer op geknikte
of beknelde brandstofleidingen. Controleer debrand-
stoftank buis op obstructie
Controleer of de opvoerpomp werkt en brandstof aan
de inspuitpomp toevoert.
Inspecteer de brandstoffilter. Reinig het systeem en
gebruik geadapteerde brandstof.
gina 81).
Zet de motor af. Vervang de brandstoffilters. Laat de
motor draaien bij een tijdelijke toevoer van de juis-
te kwaliteit schone brandstof.
na 81).
de hoge-druk brandstofpomp en injectoren.
Controleer/vervang de brandstoffilter(s). Controleer
de brandstofleidingen op vernauwing.
Controleer of de brandstofretourleiding niet geblok-
keerd is en is aangesloten op de bovenkant van de
brandstoftank.
Controleer de elektronische foutcodes.
Tabel 21. Motor – loopt niet goed
Oplossing
Zie tabel 22. Voor mogelijke oorzaken voor het slecht
lopen bij stationair toerental.
Controleer de elektrische aansluiting bij de koelvloei-
stofsensor. Controleer de juiste elektrische draden
op open stroomkringen of kortsluitingen. Controleer
de elektronische foutcodes. Als de motor de bedrijfs-
temperatuur niet bereikt.
Vervang defecte hogedrukbrandstofleidingen. Defec-
te brandstofleidingen mogen niet gerepareerd wor-
den. In het geval van brandstoflekkage moet u de
motor onmiddellijk uitzetten en contact opnemen met
uw JCB motordealer.
Controleer het brandstofsysteem op loszittende ver-
bindingen en mogelijke luchtopnamepunten. Verhelp
een of ander en ontlucht dan het brandstofsysteem.
Controleer of de opvoerpomp werkt en brandstof aan
de hogedrukbrandstofpomp toevoert. Controleer de
juiste elektrische draden op open stroomkringen of
kortsluitingen.
Controleer/vervang de brandstoffilter(s). Controleer
de brandstofleidingen op vernauwing.
9841/4056-1
Zie: Brandstof (Pagi-
Vuile brandstof veroorzaakt schade aan
Onderhoud
Foutopsporing
Zie: Brandstof (Pa-
66