17
|
Elektrische installatie
17.3 Gepaste maatregelen aansluiten voor met CO₂ gevulde apparaten
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
68
Control box
IN/D OUT/D
F
F
F
F
1
2
1
2
L
N
L N
P
P
F
F
T
T
1
2
1
2
1
2
b
P
P
1
2
c
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Gebruikersinterface
d
Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit
▪
Voorbeeld: Groepsbesturing of gebruik met 2 gebruikersinterfaces.
a
Control box
IN/D OUT/D
F
1
F
2
F
1
F
2
L
N
L
N
P
P
F
F
T
T
1
2
1
2
1
2
b
P
P
c
1
2
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Gebruikersinterface (bestuurt 3 binnenunits)
d
Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit
e
Voor gebruik met 2 gebruikersinterfaces
▪
Master-unit instellen (master-instelling koelen/verwarmen). In het geval van
groepsbesturing, sluit de bedrading van de gebruikersinterface rechtstreeks aan
op de master-unit. Sluit geen gebruikersinterfaces rechtstreeks aan op slave-
units. Slave-units worden beperkt in hun werking door de master-unit (bijv. met 1
buitenunit kunt u 1 binnenunit niet laten koelen terwijl een andere verwarmt).
Om in te stellen met de gebruikersinterface, zie de handleiding of de uitgebreide
handleiding van de gebruikersinterface.
INFORMATIE
In het geval van groepsbesturing moet aan de binnenunit geen groepadres worden
toegewezen. Het groepadres wordt automatisch ingesteld bij het inschakelen van de
voeding.
Gepaste maatregelen zijn lokaal te voorzien. Raadpleeg de "Montagehandleiding
van de afstandsbediening" voor meer details over het installeren van de
afstandsbediening.
1 Bepaal het minimum aantal gepaste maatregelen voor de kamer in
overeenstemming met
voor
CO₂-koelmiddel" [
a
L
N
L
N
L N
L N
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
T
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
P
P
P
P
1
2
1
2
L
N
L N
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
T
T
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
"15.1.2 Bijkomende vereisten voor de installatieplaats
4
46].
L
N
d
L N
T
P
P
F
F
T
T
2
1
2
1
2
1
2
P
P
1
2
d
L N
P
P
F
F
T
T
1
2
1
2
1
2
P
P
P
P
e
1
2
1
2
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
4P602817-1A – 2020.05
FXSN50~112A2VEB