Afvoerleiding aansluiten op de binnenunit
FXSN50~112A2VEB
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
4P602817-1A – 2020.05
▪
Stijgleiding. Indien nodig kunt u een stijgleiding installeren om in een helling te
voorzien.
-
Helling afvoerslang: 0~75 mm om belasting op de leiding en luchtbellen te
voorkomen.
-
Stijgleiding: ≤300 mm van de unit, ≤625 mm loodrecht op de unit.
a
b
A
In het geval van aanzuiging van achteren 231 mm
In het geval van installatie met een stoffen kanaal (lokaal te voorzien), 350~530 mm
a
Metalen klem (accessoire)
b
Afvoerslang (accessoire)
c
Stijgende afvoerleiding (plastic buis met een nominale diameter van 25 mm en een buitendiameter van
32 mm) (lokaal te voorzien)
d
Ophangstaven (lokaal te voorzien)
▪
Condensatie. Neem maatregelen tegen condensatie. Isoleer de volledige
afvoerleiding in het gebouw.
▪
Afvoerleidingen combineren. Afvoerleidingen kunnen worden gecombineerd.
Gebruik afvoerleidingen en T-stukken met de juiste diameter voor de
werkingscapaciteit van de units.
a
T-verbinding
OPMERKING
Een slechte aansluiting van de afvoerslang kan lekken veroorzaken en schade
berokkenen aan de installatieruimte en de omgeving.
a
Afvoeruitlaat voor onderhoud
b
Koelmiddelleidingen
c
Aansluiting afvoerleiding
1 Duw de afvoerslang zo ver mogelijk over de aansluiting van de afvoerleiding.
2 Draai de metalen klem vast tot er minder dan 4 mm tussen de schroefkop en
het metalen klemdeel zit.
3 Controleer op waterlekken (zie
15
≤300
1000~1500
a
b
c
d
d
a
"Controle op
waterlekken" [
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Installatie van de unit
|
(mm)
(mm)
4
57]).
55