Luchtfilter en luchtuitblaas reinigen ........... 11 materialen moeten overeenstemmen met de instructies 7.2.1 Luchtfilter reinigen............11 van Daikin en daarnaast ook met de geldende wetgeving 7.2.2 Luchtuitblaas reinigen ..........11 en mogen alleen door bevoegde personen worden Over het koelmiddel ..............11 uitgevoerd.
De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte veroorzaken. materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en daarnaast ook met de geldende wetgeving ▪ Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik en mogen alleen door bevoegde personen worden nieuwe getrompte buizen om ervoor te zorgen dat geen uitgevoerd.
▪ Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen WAARSCHUWING van het koelmiddelsysteem worden gemaakt moeten De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden. overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld nationale 2.1.1...
3 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker OPMERKING ▪ Bescherm leidingen tegen fysieke schade. ▪ Beperk de installatie van de leidingen tot een minimum. Voor de gebruiker ▪ Units dragen het volgende symbool: Veiligheidsinstructies voor de gebruiker Leef de volgende veiligheidsinstructies en -voorschriften te allen tijde Dit betekent dat u GEEN elektrische en elektronische producten mag mengen met ongesorteerd huishoudelijk afval.
Pagina 7
3 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker ▪ Zorg dat er geen open vlammen zijn VOORZICHTIG in het geval van een koelmiddellek. Zorg voor een goede verluchting van Het koelmiddel zelf is helemaal veilig, de ruimte als samen met het systeem niet-giftig en matig ontvlambaar, een apparaat met brander wordt maar er zal wel een giftig gas gebruikt;...
Pagina 8
3 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker Over het koelmiddel (zie "7.3 Over het koelmiddel" [ 4 11]) VOORZICHTIG WAARSCHUWING: MATIG Steek GEEN vingers, stokken of ONTVLAMBAAR MATERIAAL andere voorwerpen in de luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met Het koelmiddel in deze unit is weinig hoge snelheid draait, zou dit letsels ontvlambaar.
4 Over het systeem Oplossen van problemen (zie "8 Opsporen en verhelpen van storingen" [ 4 12]) WAARSCHUWING Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.). Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of brand.
6 Bediening Werking Beschrijving Bediening Warme start Bij warme start wordt de ventilator van de binnenunit Werkingsgebied stilgelegd en verschijnt het volgende symbool op het INFORMATIE thuisscherm: Voor de bedrijfslimieten, zie de technische gegevens van de aangesloten buitenunit. Over bedrijfsstanden Gebruik van het systeem INFORMATIE INFORMATIE...
7 Onderhoud en service 3 Laat het luchtfilter drogen in de schaduw. GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE 4 Breng het luchtfilter opnieuw aan. Breng de 2 hangbeugels Wanneer u de airconditioner of het luchtfilter wilt op één lijn en druk de 2 klemmen op hun plaats; trek daarbij, schoonmaken, moet u de unit eerst stilleggen en alle indien nodig, aan de stof.
8 Opsporen en verhelpen van storingen 1 Op de gebruikersinterface verschijnt de foutcode "A0-11", er WAARSCHUWING wordt een alarmtoon geproduceerd en de statusindicator ▪ Doorboor of verbrand GEEN onderdelen van de knippert. koelmiddelcyclus. 2 Neem onmiddellijk contact op met uw dealer. Voor meer ▪...
9 Verplaatsen Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle Als afval verwijderen bovenstaande punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de unit (met OPMERKING indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de installatiedatum (mogelijk vermeld op de garantiekaart).
12 Installatie van de unit INFORMATIE Voor sommige opties kan extra serviceruimte vereist zijn. Raadpleeg de montagehandleiding van de gebruikte optie vóór de installatie. Vereisten minimum vloeroppervlakte VOORZICHTIG De totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem mag niet groter zijn vereisten voor minimum vloeroppervlakte van de kleinste kamer van het systeem.
12 Installatie van de unit Anker VOORZICHTIG Plafondtegel Lange moer of koppelingsschroef ▪ De installatie van het kanaal mag het instelbereik van Ophangbout de externe statische druk voor de unit NIET Binnenunit overschrijden. Zie de technische datasheet van uw ▪ Ophangbouten. Gebruik M10-ophangbouten voor de montage. model voor het instelbereik.
12 Installatie van de unit 12.2.3 Richtlijnen bij de installatie van de Afvoerleiding aansluiten op de binnenunit afvoerleiding OPMERKING Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd. Dit Een slechte aansluiting van de afvoerslang kan lekken omvat: veroorzaken schade berokkenen ▪...
13 Installatie van de leidingen 6 Schakel de voeding UIT. 7 Koppel de elektrische bedrading los. ▪ Verwijder het servicedeksel. ▪ Maak de elektrische voeding los. ▪ Koppel de gebruikersinterface los. ▪ Breng het servicedeksel weer aan. Wanneer de installatie van het systeem al voltooid is 1 Begin de koelwerking (zie de uitgebreide handleiding of de Afvoerplug servicehandleiding van de gebruikersinterface).
14 Elektrische installatie 13.1.2 De koelleidingen isoleren Draai de naden van de isolatiedelen naar boven. Bevestig ze aan de basis van de unit. ▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal: Maak de kabelbinder vast rond de isolatiedelen. Draai het afdichtingskussen van de basis van de unit tot ▪...
15 Inbedrijfstelling Kleine afdichting (accessoire) 14.2 Elektrische bedrading aansluiten Bedrading op de binnenunit Plastic klem voor kabelbinder 7 Breng het servicedeksel weer aan. OPMERKING Voorbeeld van een compleet systeem ▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de 1 gebruikersinterface bestuurt 1 binnenunit. binnenkant van het servicedeksel).
16 Configuratie Instelling: Plafondhoogte De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn goed geïnstalleerd en thermisch geïsoleerd. Deze instelling moet overeenstemmen met de echte afstand tot de vloer, capaciteitsklasse en luchtuitblaasrichtingen. Er zijn GEEN koelmiddellekkages. Bij een afstand tot de vloer van (m) Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
Pagina 21
16 Configuratie Inhoud instelling: Als u wilt… — — Luchtstroomregeling is UIT 11(21) Thermostaat UIT 12 (22) tijdens koelen Druk op ON/OFF om naar de normale Instelvolume bedrijfsstand terug te keren. Mogelijk gevolg: Het bedrijfslampje brandt en Monitoring 1 de unit begint te draaien in de ventilatorstand Monitoring 2 voor de automatische regeling van de Thermostaat UIT...
FU*, F*U, (voor kenmerken, zie Zekering ▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar printplaat in uw unit) op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). Connector (randaarding) ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).