FXSN50~112A2VEB
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
4P602817-1A – 2020.05
OPMERKING
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel van elkaar gescheiden
blijven. De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze
mogen NIET parallel lopen.
1 Verwijder het servicedeksel.
2 Kabel gebruikersinterface: Geleid de kabel door het frame, sluit hem aan op
het klemmenblok (P1, P2) en maak hem vast met een kabelbinder.
3 Transmissiekabel: Geleid de kabel door het frame, sluit hem aan op het
klemmenblok (controleer of de symbolen F1, F2 overeenstemmen met die op
de buitenunit) en maak hem vast met een kabelbinder.
4 Gepaste maatregelen (lokaal te voorzien): Als de installatie is vereist
conform met
"15.1.2 Bijkomende vereisten voor de installatieplaats voor CO₂-
4
koelmiddel"
[
46], sluit ze aan op de klemmenstrook (symbool T1, T2). Zie
"17.3 Gepaste
4
apparaten" [
68].
5 Voedingskabel: Geleid de kabel door het frame en sluit hem aan op het
klemmenblok (L, N, aarding).
L N
a
a
Voedings- en aardingsbedrading
b
Servicedeksel met bedradingsschema
c
Bedrading transmissie en gebruikersinterface
6 Maak de kabels vast met een kabelbinder.
7 Plastic klem voor kabelbinder: Steek de kabelbinders door de plastic
klemmen en maak ze vast om de kabels vast te leggen.
A-A'
a b
c
a
Kleine afdichting (accessoire)
b
Bedrading
c
Plastic klem voor kabelbinder
8 Verdeel de kleine afdichting (accessoire) in kleinere delen en draai ze rond de
kabels om te voorkomen dat er water in de unit kan. Dicht alle openingen af
om te voorkomen dat kleine dieren in het systeem terechtkomen.
9 Breng het servicedeksel weer aan.
Voorbeeld van een compleet systeem
▪
Voorbeeld: 1 gebruikersinterface bestuurt 1 binnenunit.
maatregelen
aansluiten
b
A
A
A'
A'
A
A
A'
A'
c
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
17
Elektrische installatie
|
voor
met
CO₂
P1P2 F1 F2 T1 T2
c
gevulde
67