15
|
Installatie van de unit
15.1.2 Bijkomende vereisten voor de installatieplaats voor CO₂-koelmiddel
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
46
B
a
b
C
a
b
800
A
Standaard achteraanzuiging
B
Installatie met stoffen kanaal achteraan en serviceopening kanaal
C
Installatie met stoffen kanaal onderaan en luchtinlaatrooster
a
Plafondoppervlak
b
Plafondopening
c
Route voor verwijderen luchtfilter voor onderhoud luchtfilter
d
Luchtinlaatfilter
e
Serviceopening kanaal
f
Verwisselbare plaat
g
Canvasaansluiting voor luchtinlaatpaneel (lokaal te voorzien)
h
Opening luchtinlaatpaneel (lokaal te voorzien)
INFORMATIE
Voor sommige opties kan extra serviceruimte vereist zijn. Raadpleeg de
montagehandleiding van de gebruikte optie vóór de installatie.
Basiskenmerken koelmiddel
Koelmiddel
RCL (concentratielimiet koelmiddel)
QLMV (hoeveelheidslimiet met minimale ventilatie)
QLAV (hoeveelheidslimiet met extra ventilatie)
Toxiciteitslimiet
Veiligheidsklasse
Toegelaten hoeveelheid koelmiddel
De berekening van de toegelaten hoeveelheid koelmiddel hangt af van de
combinatie van de "toegangscategorie" en de "locatieclassificatie" zoals
beschreven in de volgende tabel.
INFORMATIE
Waar meer dan één toegangscategorie mogelijk is, gelden de strengere vereisten. Als
ruimten met personen geïsoleerd zijn, bijv. door afgesloten wanden, vloeren en
plafonds, dan gelden de vereisten van de individuele toegangscategorie.
c
e
d
g
f
≥1100
(mm)
125
f
g
h
≥460
c
(mm)
R744
3
0,072 kg/m
3
0,074 kg/m
3
0,18 kg/m
3
0,1 kg/m
A1
FXSN50~112A2VEB
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
4P602817-1A – 2020.05