17.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading
FXSN50~112A2VEB
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
4P602817-1A – 2020.05
WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD een meeraderige kabel als stroomtoevoerkabel.
WAARSCHUWING
Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding van minstens 3 mm om
het contact volledig te verbreken onder overspanningscategorie III.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn vertegenwoordiger, zijn
servicevertegenwoordiger of gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen
om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
Houd rekening met de volgende zaken:
▪
Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog op het
uiteinde van de draad. Glijd het rond oog over de draad tot aan het bekleed
gedeelte en maak het oog vast met een geschikt werktuig.
b
a
a
Gevlochten geleider
b
Ronde aansluitstrip
▪
Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden:
Draadtype
Eenaderige draad
Gevlochten geleider met
rond oog
17
|
Werkwijze om het frontrooster te plaatsen
c b
A
A´
c
a
a Eenaderige draad met open lus
b Schroef
c Platte sluitring
c b
B
B
a
a Klem
b Schroef
c Platte sluitring
O Toegestaan
X NIET toegestaan
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Elektrische installatie
AA´
a
a
b
c
65