DE HANDMATIGE PROGRAMMA'S
1. Schakel de console in.
Voor het inschakelen van de console, kunt u op een
knop drukken of beginnen te trappen. Het scherm
brandt volledig voor een paar seconden en de
console is dan klaar voor gebruik.
2. Selecteer de handmatige modus.
Bij het opstarten van de console, wordt de
handmatige modus automatisch geselecteerd. Als u
een programma selecteerd, schakelt u terug naar de
handmatige modus door te drukken op UP of DOWN
totdat het scherm HANDMATIG weergeeft, bevestig
dit met MODE. Het standaard weerstandniveau is 7.
Wanneer TIJD knippert op de console, drukt u op de
UP en DOWN knop om de duur van de oefening te
selecteren, daarna drukt u MODE om dit te
bevestigen. Herhaal dezelfde handeling voor de
afstand en calorieën. Tenslotte drukt u op de START
/ STOP knop om te beginnen.
3. Wijzig de trapweerstand indien gewenst.
Tijdens het trappen kunt u de weerstand van
de pedalen wijzigen door op de toetsen voor
weerstandsverhoging en -verlaging te drukken. Er zijn
24 weerstandsniveaus. Opmerking: Na het drukken op
de toetsen duurt het even voordat de pedalen het
gekozen weerstandsniveau bereiken.
4. Volg uw vooruitgang op het scherm.
De console geeft de verstreken tijd en de afgelegde
afstand weer. Opmerking: Wanneer een smart
programma is gekozen, geeft het display de
resterende tijd van het programma weer in plaats van
de verstreken tijd. Het geeft ook uw trapsnelheid (in
km/h ), het aantal verbrande calorieën en uw hartslag
weer als u de hartslagsensor in de handgreep
gebruikt.
5. Meet uw hartslag indien gewenst.
Zie HOE UW HARTSLAG TE METEN op
pagina 9.
HOE DE VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA'S
TE GEBRUIKEN:
1. Schakel de console in (zie pagina 12)
3. Selecteer een vooraf ingesteld programma:
Druk op de UP / DOWN knop om een programma te
selecteren. Kies uw programma op basis van uw
doelstellingen en van het profiel dat wordt
weergegeven op de console.
Opmerking: Programma's 4, 5, 7, 9 en 10 zijn
Prestatieprogramma's en progamma's 2, 3
6 ,en 8, zijn Uithoudingsvermogensprogramma's
BELANGRIJK: Raadpleeg een coach voor meer
bijzonderheden over de selectie en het gebruik van
een programma
3. Stel het programma in om uw
dagelijkse doelen te bereiken.
Als de tijd knippert op de console, drukt u op de UP
of DOWN toets om de duur te selecteren. Drukt u de
MODE knop om dit te bevestigen. Wanneer
AFSTAND knippert, herhaalt u de bovenstaande
stappen om om de afstand te selecteren. Hetzelfde
geldt voor de calorieën en pols. Tenslotte drukt u op
de START / STOP-knop om de training te starten.
4.Pas de weerstand van de pedalen aan.
Als u traintt, kunt u de weerstand van de pedalen
wijzigen door op de knoppen te drukken kunt u de
weerstand hoger of lager insellen. U kunt kiezen uit
24 weerstandniveaus. Opmerking: Nadat u op de
knoppen heeft gedrukt, duurt het een moment voor
de pedalen ingesteld staan in de geselecteerde
weerstand.
5. Wanneer u klaar bent met oefenen, schakelt
de console automatisch uit.
WATT-PROGRAMMA:
1. Schakel de console in (zie pagina 12)
2. Selecteer het watt-programma
Selecteer het watt-programma door de UP of DOWN
toets te drukken. Wanneer het woord WATT is
geselecteerd, drukt u op de toets MODE om te
bevestigen.
3. Voer uw gegevens in:
Wanneer u TIJD wilt weegeven op het scherm, drukt u
op de UP en DOWN knop om uw tijd te selecteren.
Bevestig met MODE. Doe hetzelfde om de afstand en
calorieën in te voeren. Druk op de MODE knop om te
bevestigen. Tenslotte drukt u op de START / STOP
knop om te beginnen.
Zodra het progamma begint kunt u uw doel aanpassen met
WATT. Opmerking: U kunt de weerstand net zoals op andere
progamma's veranderen maar alleen de wattage (de
trapfrequentie) niet.
4. Wanneer u klaar bent met de oefening schakelt
de console automatisch uit.
12