Programma 288 – Solarsysteem met 2 collectorvelden en branderaansturing
S1
A1
S1
S2
min1
min2
diff1
diff1
A2
A1
S3
max1
Programma 288: De solarpomp A1 loopt, indien:
S1 groter als de drempelwaarde min1 is en S1 met differentie diff1 hoger is als S3
en S3 de drempelwaarde max1 niet heeft overschreden.
De solarpomp A2 loopt, indien:
S2 groter als de drempelwaarde min2 is en S2 met differentie diff1 hoger is als S3
en S3 de drempelwaarde max1 niet heeft overschreden.
De uitgang A3 schakelt in, indien: S5 de drempelwaarde min3 onderschrijdt.
De uitgang A3 schakelt uit (dominant), indien S4 de drempelwaarde max3 overschrijdt
A1 = S1 > (S3 + diff1) & S1 > min1 & S3 < max1
A2 = S2 > (S3 + diff1) & S2 > min2 & S3 < max1
A3 (aan) = S5 < min3
Alle programma's +1: Indien het verschil tussen de collectorvoelers S1 en S2 de differentie
diff3 overstijgt, wordt de koudere collector afgeschakeld. Hiermee wordt het „meelopen" van
de koudere collector als gevolg van mengtemperaturen meestal vermeden.
Alle programma's +2: De branderaansturing ( A3 ) geschiedt alleen over de sensor S5 .
A3 (aan) = S5 < min3
Alle programma's +4:
In plaatse van beide pompen worden een pomp A1 en een driewegventiel A2 ingezet.
LET OP: Dit programma is niet voorzien voor systemen met twee collectorvelden, omdat
door een driewegventiel altijd één collectorveld in stilstand verkeert!
Opmerking: het aanvullend gebruik van de voorrangsschakeling „Alle programma's +1"
wordt aanbevolen.
28
S2
A2
Brander
Noodzakelijke instellingen:
A3
max1 ... Begrenzing boiler SP S3
max3 ... Brander uit SP S4
S5 min3
min1 ... Inschakeltemp. coll.1 S1
S4 max3
min2 ... Inschakeltemp. coll.2 S2
min3 ... Brander aan SP S5
diff1 ... Collector1 S1 – SP S3
diff3 ... zie alle programma's +1
KUET 2 ... ON
S5
S4
S3
... Collector 2 S2 – SP S3
A3 (uit) = S4 > max3
A3 (uit) = S5 > max3 (dominant)
A3
A1, A2
A3
A1
A2
A3
A1
A2