Met de programmering van de sensor kan worden ingesteld, welke waardes en symbolen in het display dienen te worden weergegeven. Daarnaast bestaat de keuze tussen automatisch of handmatig overschakelen tussen de weergaves. De sensor RAS+DL kan met de volgende regelaars als ruimtesensor met display worden gebruikt: UVR 16x2 ...
De toegang tot het programmeerniveau is alleen in de positie „Standby“ (helemaal links) van de schuifschakelaar mogelijk. Via de toets kan men de RAS+DL configureren en de weergave van aanvullende waardes instellen. In de menubeschrijvingen wordt met de volgende symbolen het verschil aangegeven tussen...
Menu – totaaloverzichten De weergegeven menupunten worden aan het betreffende type regelaar aangepast. Menu-overzicht voor UVR16x2, RSM610, CAN-I/O45 en UVR 1611 In menu „KONFIG“ worden algemene instellingen voor de sensor ingesteld. In menu „WERTE“ geschiedt de keuze van de weer te geven waardes en symbolen.
Menu-overzicht voor ESR 21 (vanaf versie 5.0), ESR 31, UVR61-3 (vanaf versie 8.3), UVR63 (vanaf versie 1.5) In menu „KONFIG“ worden algemene instellingen voor de sensor ingesteld. In menu „WERTE “ geschiedt de keuze van de weer te geven waardes en symbolen.
Menu-overzicht voor alle andere regelaars In menu „KONFIG“ worden algemene instellingen voor de sensor ingesteld. In menu „WERTE“ geschiedt de keuze van de weer te geven waardes en symbolen. het menupunt „LEIST“ (warmtemeting) wordt alleen bij de regelaars weergegeven, welke over deze functie beschikken.
Omschakeling tussen Duits (DE) en Engels (EN) Fabrieksinstelling: DE Om de taalkeuze te activeren dient de RAS+DL, door vooruit te gaan in het display, te worden geïnitialiseerd. Tijdsinterval voor de wisselende weergave ZEIT N Invoer 0 = geen automatisch verloop tussen...
Vastleggen van het gewenste adres door lange toetsdruk Bij de regelaars, welke geen bidirectionele dataleiding hebben (bv. HZR65), waarbij dus de RAS+DL alleen als display kan worden gebruikt, is dit menupunt weliswaar zichtbaar, maar heeft echter geen actieve functie en kan daardoor worden genegeerd.
Pagina 11
Indexoverzicht Voor de verwerking van sensorwaardes in de regelaar is de selectie en invoer van het sensoradres (1-8) en van de index (1-6) noodzakelijk. Voor de volgende waardes kunnen indices worden gekozen: Index Waarde Ruimtetemperatuur met offsetwaardes van de +/- verstelling en de schuifschakelaar (voor verwerking „RAS“...
Voor iedere nieuwe waarde dient een nog ongebruikte netwerk-ingangsvariabele te worden gekozen. De bij de netwerkingang weergegeven waardes van de indices 1 en 5 geven niet de temperaturen weer en worden in de regelaar alleen bij het meetwaardenoverzicht en in de functies correct weergeven.
Bij de regelaars, welke geen bidirectionele dataleiding hebben (bv. HZR65), waarbij dus de RAS+DL alleen als display kan worden gebruikt, is dit menupunt weliswaar zichtbaar, maar heeft echter geen actieve functie en kan daardoor worden genegeerd.
Menu WERTE Hier geschiedt de keuze van de weergave: Sensorwaarde SENSOR Uitgangstoestanden AUSG Toerentalgroottes DREHZ (alleen UVR16x2, RSM610, CAN-I/O45 en UVR 1611) Warmtemetingen LEIST (alleen bij regelaars met warmtemetingen) Externe sensoren NETZW (alleen ESR31 en ESR21 vanaf versie 5) ...
Menu uitgangstoestanden AUSG Toegang tot het menu door lange toetsdruk. Keuze door lange toetsdruk bij de betreffende uitgang. De selectie wordt door een ster weergegeven. Afhankelijk van het type regelaar kunnen maximaal 14 uitgangstoestanden worden weergegeven. De analoge uitgangen 15 en 16 van de regelaars UVR 16x2 en UVR1611kunnen niet worden weergegeven.
Menu toerentalgroottes DREHZ (alleen UVR 1611) Toegang tot het menu door lange toetsdruk. Keuze door lange toetsdruk bij de betreffende uitgang. De selectie wordt door een ster weergegeven. De toerentalstap van deze uitgang wordt na de weergave van alle uitgangen getoond. Voorbeeld weergave: De toerentalstap van uitgang 1 bedraagt 25.
Menu warmtemeting LEIST Dit menupunt wordt alleen bij regelaars met warmtemetingen weergegeven. Toegang tot het menu door lange toetsdruk. Keuze door lange toetsdruk bij de betreffende warmtemeting. De selectie wordt door een ster weergegeven. P1...4 = actueel vermogen in kW KW1...4 = warmtehoeveelheid in kWh Als 999 kWh wordt bereikt, begint de teller weer bij 0 en de...
Menu externe sensoren NETZW (alleen ESR 21 (vanaf versie 5.0), ESR 31, UVR61-3 (vanaf versie 8.3), UVR63 (vanaf versie 1.5)) Deze keuzemogelijkheid bestaat alleen bij bovengenoemde regelaars, omdat alleen deze regelaars externe sensoren via de dataleiding kunnen weergeven. Toegang tot het menu door lange toetsdruk.
Menu analoge netwerkingangen ANALNW (alleen UVR 1611) Deze optie bestaat alleen voor de regelaar UVR1611. Bij uitgang 14 dient de optie NETW.ING.=>DL.: op „ “ te zijn ingesteld. Toegang tot het menu door lange toetsdruk. Keuze door lange toetsdruk bij de betreffende analoge netwerkingang.
Menu digitale netwerkingangen DIGINW (alleen UVR 1611) Deze optie bestaat alleen voor de regelaar UVR1611. Bij uitgang 14 dient de optie NETW.ING.=>DL.: op „ “ te zijn ingesteld. Toegang tot het menu door lange toetsdruk. Keuze door lange toetsdruk bij de betreffende digitale netwerkingang.
Menu symbooltoekenning SYMB In dit menu bestaat de mogelijkheid aan de weergaves een symbool (of meerdere symbolen) toe te kennen. Ieder symbool kan echter slechts eenmaal aan een weergavewaarde worden toegewezen. De volgende symbolen kunnen worden toegewezen: Voorbeeld: Aan uitgang A5 dient het symbool „Brander“ te worden toegewezen: Toegang tot het menu door lange toetsdruk.
Pagina 22
Door een lange toetsdruk wordt de toewijzing van het symbool „Brander“ aan uitgang A5 vastgelegd. Het knipperen van het symbool wordt beëindigd. Verder naar het volgende symbool, welke toegewezen dient te worden, of..verlaten van het menu door verder naar „EXIT“ Wordt het symbool aan een uitgang of een digitale netwerkingang (UVR 1611) toegewezen, dan wordt deze in iedere displayweergave getoond, zolang de uitgang of de digitale netwerkingang op „AAN“...
Wissen of wijzigen van een symbooltoekenning Voorbeeld: Wissen of wijzigen van de symbooltoekenning „Brander“ aan uitgang A5: Toegang tot het menu door lange toetsdruk. Door verder met korte toetsdrukken verschijnt het gewenste symbool „Brander“ in het display. Door lange toetsdruk wordt de toewijzing opgeheven. Vervolgens kan het symbool aan een andere waarde worden toegewezen, of..
Reset naar fabrieksinstelling Om de sensor RAS+DL naar de fabrieksinstelling terug te zetten, dient gedurende het insteken van de dataleiding in de sensor de knop ingedrukt te worden: Er verschijnt kort de aanduiding „RESET“ Dan volgt de keuze van de menutaal (DE =...
Bediening Ruimtesensor met UVR16x2, RSM610, CAN-I/O45, UVR1611(vanaf versie A3.00 en serienummer 13286) of met UVR63-H (vanaf versie 7.2) Door het indrukken van de toets wordt telkens de volgende waarde weergegeven. De standaard weergavewaardes worden in onderstaande volgorde weergegeven. Aansluitend worden de voorgeprogrammeerde waardes zichtbaar. Indien uitgangen, welke met een symbool zijn gekoppeld, actief dan wordt het symbool weergegeven.
Gebruik als afstandsverstelling Indien de montagepositie van de ruimtesensor niet als referentie geschikt is, kan men de ruimtesensor RAS+DL ook alleen als afstandsverstelling gebruiken, indien als meetwaarde index 5 wordt gebruikt. Daardoor wordt een vaste waarde 20°C met offsetwaardes van de +/- verstelling en de schuifschakelaar aan de regelaar gezonden.
Elektrische aansluiting De sensor wordt met de beide aansluitingen DL aangesloten. De polariteit van DL en GND op de regelaar is verwisselbaar. Optioneel kan de 12V-aansluiting voor voeding worden gebruikt, welke de DL-Bus ontlast. Zo niet, dan wordt de sensor via de DL-Bus gevoed. Technische gegevens Afmetingen: Breedte: 81,5 mm, Hoogte: 81,5 mm, Diepte: 18 mm...
Opmerking: De volgende garantiebepalingen beperken het wettelijke recht op garantie niet, maar vullen uw rechten als consument aan. 1. de firma Technische Alternative RT GmbH geeft twee jaar garantie vanaf verkoopsdatum aan de eindgebruiker op alle door haar verkochte apparaten en onderdelen. Defecten dienen onverwijld na vaststelling en binnen de garantietermijn te worden gemeld.