Alle programma's +1: Indien het verschil tussen de collectorvoelers S1 en S2 de differentie
diff3 overstijgt, wordt de koudere collector afgeschakeld. Hiermee wordt het „meelopen" van
de koudere collector als gevolg van mengtemperaturen meestal vermeden.
LET OP: Bij dit schema betreft de voorrang niet de pompen, maar de boilers. De
voorrangtoekenning tussen SP1 en SP2 kan in het parametermenu onder VR worden
ingesteld. Daarnaast kan voor dit schema een solarvoorrangsfunctie in het menu onder
PRIOR worden ingesteld (meer hierover onder "Solarvoorrang").
Programma 256 - Solarsysteem met 2 collectorvelden (1 pomp, 2 afsluiters)
S1
S2
min1
min2
diff1
diff2
A1, A2
A1, A3
S3
max1
Programma 256: De pomp A1 loopt, indien:
Het ventiel A2 ingeschakeld is of het ventiel A3 ingeschakeld is.
Het ventiel A2 schakelt in, indien:
S1 groter als de drempelwaarde min1 is en S1 met differentie diff1 hoger is als S3
en S3 de drempelwaarde max1 niet heeft overschreden.
Het ventiel A3 schakelt in, indien:
S2 groter als de drempelwaarde min2 is en S2 met differentie diff2 hoger is als S3
en S3 de drempelwaarde max1 niet heeft overschreden.
A1 = (A2 = aan) of (A3 = aan)
A2 = S1> (S3 + diff1) & S1 > min1 & S3 < max1
A3 = S2> (S3 + diff2) & S2 > min2 & S3 < max1
Alle programma's +1: Indien het verschil tussen de collectorvoelers S1 en S2 de differentie
diff3 overstijgt, wordt de koudere collector afgeschakeld. Hiermee wordt het „meelopen" van
de koudere collector als gevolg van mengtemperaturen meestal vermeden.
Alle programma's +2:
Daarnaast geldt: Overschrijdt S4 de drempelwaarde max2 worden uitgangen A1 , A2 en A3
uitgeschakeld.
26
S1
S2
A2
A3
Noodzakelijke instellingen:
max1 ... Begrenzing SP S3
max2 ... zie alle programma's +2
min1 ... Inschakeltemp. coll.1 S1
min2 ... Inschakeltemp. coll.2 S2
diff1 ... Colector1 S1 – SP S3
diff2 ... Collector2 S2 – SP S3
diff3 ... zie alle programma's +1
KUET 2 ... ON
S4 voor programma +2
S4
S3
A1
A1, A2, A3
A1, A2
A1, A3
A1, A2
A1, A3