Alle
programma's
temperatuurmaximum bereikt, worden de pompen A1 en A3 ingeschakeld (terugkoelfunctie)..
Alle programma's +4: Beide solarkringen hebben gescheiden inschakelwaardes op S1 .
De uitgang A1 behoudt verder min1 en A2 schakelt met min3 .
De voorrangtoekenning tussen SP1 en SP2 kan in het parametermenu onder VR worden
ingesteld. Daarnaast kan voor dit schema een solarvoorrang in het menu onder PRIOR wor-
den ingesteld (meer hierover onder "Solarvoorrang").
Programma 208 – Solarsysteem met 2 gebruikers en branderaansturing
A3
S1
min1
diff1
diff2
A1
A2
S2
S3
max1
max2
Programma 208: De solarpomp A1 loopt, indien:
S1 groter als de drempelwaarde min1 is en S1 met differentie diff1 hoger is als S2
en S2 de drempelwaarde max1 niet heeft overschreden.
De solarpomp A2 loopt, indien:
S1 groter als de drempelwaarde min1 is en S1 met differentie diff2 hoger is als S3
en S3 de drempelwaarde max2 niet heeft overschreden.
De uitgang A3 schakelt in, indien S5 de drempelwaarde min3 onderschrijdt.
De uitgang A3 schakelt uit (dominant), indien S4 de drempelwaarde max3 overschrijdt
A1 = S1 > (S2 + diff1) & S1 > min1 & S2 < max1
A2 = S1 > (S3 + diff2) & S1 > min1 & S3 < max2
A3 (aan) = S5 < min3
22
Hebben
beide
+2:
SP2
S5
S4
Brander
Noodzakelijke instellingen:
A3
max1 ... Begrenzing boiler SP1 S2 A1
max2 ... Begrenzing boiler SP2 S3 A2
S5 min3
max3 ... Brander uit SP2 S4
S4 max3
min1 ... Inschakeltemp. coll. S1
min2 ... zie alle programma's +4
min3 ... Brander aan SP2 S5
diff1 ... Collector S1 – SP1 S2
diff2 ... Collector S1 – SP2 S3
KUET 1 ... AG 1 AG 12
boilers
door
S1
A2
S3
A3 (uit) = S4 > max3
het
solarsysteem
SP1
A1
S2
A3
A1, A2
A3
A1
A2
hun