Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Technische Alternative UVR 61-3 Montagehandleiding

Technische Alternative UVR 61-3 Montagehandleiding

Driekrings universele regeling
Inhoudsopgave

Advertenties

UVR 61-3
Versie 9.5 NL
Driekrings universele regeling
Bediening
nl
Montagehandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Technische Alternative UVR 61-3

  • Pagina 1 UVR 61-3 Versie 9.5 NL Driekrings universele regeling Bediening Montagehandleiding...
  • Pagina 3 Deze handleiding is in het Nederlands te downloaden via www.ta.co.at. Diese Anleitung ist im Internet auch in anderen Sprachen unter www.ta.co.at verfügbar. This instruction manual is available in English at www.ta.co.at. Ce manuel d’instructions est disponible en langue française sur le site Internet www.ta.co.at.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Veiligheidsbepalingen ......................6   Onderhoud ............................6  Algemeen geldende regels voor het correcte gebruik van deze regelaar ......... 7  Instelling van de regeling „Stap voor stap ................. 8   Hydraulische schema’s ......................9   Programma 0 – Eenvoudig solarsysteem = Fabrieksinstelling........... 10  Programma 4 –...
  • Pagina 5 Het hoofdmenu ..........................63  Aanpassen van waardes (parameters) ..................65  Het parametermenu Par ........................ 66  Korte beschrijving ........................67  Codenummer CODE........................68  Softwareversie VER ........................68  Programmanummer PR ......................68  Kruisen van uitgangen AK ......................68  Voorrang VR ..........................69  Instelwaarde (max, min, diff) .......................
  • Pagina 6: Veiligheidsbepalingen

    Veiligheidsbepalingen Deze handleiding richt zich uitsluitend aan de vakgeschoolde installateur. Alle montage – en bekabelingwerkzaamheden op de regelaar mogen alleen in spanningsloze toestand worden uitgevoerd. Het openen, aansluiten en inbedrijfname van het apparaat mag alleen door vakkundig personeel uitgevoerd worden. Daarbij dienen alle plaatselijke voorschriften in acht te worden genomen.
  • Pagina 7: Algemeen Geldende Regels Voor Het Correcte Gebruik Van Deze Regelaar

    Algemeen geldende regels voor het correcte gebruik van deze regelaar De fabrikant geeft op gevolgschade van het systeem geen garantie, indien onder de volgende voorwaarden aan de systeemzijde geen additionele elektromechanische voorzieningen (thermostaat eventueel in combinatie met een afsluiter) als beveiliging voor systeemschade als gevolg van een foutief functioneren worden ingebouwd: ...
  • Pagina 8: Instelling Van De Regeling „Stap Voor Stap

    Instelling van de regeling „Stap voor stap Zelfs indien u hier de beschrijving van de instellingen van de regeling vindt, is het absoluut noodzakelijk de bedieningshandleiding te lezen, in het bijzonder de hoofdstukken „Programmakeuze“ en „Instelwaardes“. Menu ENTER Keuze van het hydraulisch schema op basis van het systeemschema. Let tevens op de pijldiagrammen en „formules“, evenals de programma- uitbreidingen „+1“, „+2“, „+4“...
  • Pagina 9: Hydraulische Schema's

    Hydraulische schema’s De in dit boekje afgebeelde hydraulische schema’s zijn principeschema’s. Zij dienen een correcte programmakeuze, echter beschrijven en vervangen in geen enkel geval een correct systeemontwerp. Bij een montage volgens deze schema’s kan daarom ook hun functie niet worden gegarandeerd worden! Let op! Voor het gebruik van de hydraulische schema’s is het strikt noodzakelijk, de bedieningshandleiding te lezen, in het bijzonder de hoofdstukken „Programmakeuze“...
  • Pagina 10: Programma 0 - Eenvoudig Solarsysteem = Fabrieksinstelling

    Programma 0 – Eenvoudig solarsysteem = Fabrieksinstelling S3 voor programma +1 noodzakelijke instellingen: min1 max1 … Begrenzing boiler S2  A1 max2 … zie alle progr. +1 diff1 min1 … Inschakeltemp. coll. S1  A1 diff1 … Coll. S1 – boiler S2 ...
  • Pagina 11: Programma 16 - Boilerlading Door Ketel

    Programma 16 – Boilerlading door ketel Noodzakelijke instellingen: min1 max1 … Begrenzing boiler S2  A1 max2 … zie alle progr. +1 diff1 min1 … Inschakeltemp. Ket. S1  A1 diff1 … Ketel S1 – boiler S2  A1 A1 S2 max1 Programma 16: De pomp A1 loopt, indien: ...
  • Pagina 12: Programma 48 - Solarsysteem Met 2 Gebruikers

    Programma 48 – Solarsysteem met 2 gebruikers S4 voor programma +2 Noodzakelijke instellingen: min1 max1 … Begrenzing boiler SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing boiler SP2 S3  A2 diff1 diff2 max3 … zie alle programma’s +2 min1 … Inschakeltemp. collector S1 ...
  • Pagina 13: Programma 64 - Solarsysteem Met 2 Collectorvelden

    Programma 64 – Solarsysteem met 2 collectorvelden S4 voor programma +2 Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing boiler S3  A1, A2 max2 … zie alle programma’s +2 min1 … inschakeltemp. collector1 S1  A1 diff1 diff1 min2 … Inschakeltemp. collector2 S2  A2 diff1 …...
  • Pagina 14: Programma 80 - Eenvoudig Solarsysteem En Boilerlading Door Ketel

    Programma 80 – Eenvoudig solarsysteem en boilerlading door ketel Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing boiler S2  A1 max2 … Begrenzing boiler S4  A2 max3 … zie alle programma’s +4 diff1 diff2 min1 … Inschakeltemp. collector S1 ...
  • Pagina 15: Programma 96 - Buffer- En Boilerlading Door Ketel Met Vaste Brandstoffen

    De laadpomp A2 loopt, indien:  S3 groter als de drempelwaarde min2 is  en S3 met differentie diff2 hoger is als S2  en S2 de drempelwaarde max2 niet heeft overschreden. A1 = S1 > (S2 + diff1) & S1 > min1 & S2 < max1 A2 = S3 >...
  • Pagina 16: Programma 112 - 2 Onafhankelijke Differentiesystemen

    Alle programma’s +1: Daarnaast schakelt de laadpomp boiler A2 ook op de keteltemperatuur S1 in. De pomp A2 loopt, indien:  S1 groter als de drempelwaarde min1 is  en S1 met differentie diff3 hoger is als S4  en S4 de drempelwaarde max2 niet heeft overschreden ...
  • Pagina 17: Programma 128 - Branderaansturing En Solarsysteem (Of Laadpomp)

    Programma 128 – Branderaansturing en solarsysteem (of laadpomp) Brander Noodzakelijke instellingen: min1 max1 … Begrenzing boiler S2  A1 max3 … Brander uit boiler S3  A3 S4 min3 diff1 min1 … Inschakeltemp. collector S1  A1 S3 max3 min2 … zie alle programma’s +2 min3 …...
  • Pagina 18: Programma 144 - Solarsysteem Met Gelaagde Bufferlading

    Programma 144 – Solarsysteem met gelaagde bufferlading Lagensysteem is alleen met geactiveerde toerentalregeling zinvol! (Absolutewaarderegeling: AR N1) Noodzakelijke instellingen: min1 <min2 >min2 max1 … Begrenzing buffer S2  A1 max2 … Begrenzing buffer S4  A2 diff1 diff2 min1 … Inschakeltemp. collector S1 ...
  • Pagina 19: Programma 160 - Aansturing Twee Ketels In Een Verwarmingssysteem

    Programma 160 – Aansturing twee ketels in een verwarmingssysteem Brander Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing buffer S2  A1 max2 … Begrenzing buffer S3  A2 S4 min3 max3 … Brander aan buffer S3  A3 diff1 diff2 S3 max3 min1 …...
  • Pagina 20: Programma 176 - Solarsysteem Met 2 Gebruikers En Laadpompfunctie

    Programma 176 – Solarsysteem met 2 gebruikers en laadpompfunctie Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing boiler SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing boiler SP2 S3  A2 max3 … Begrenzing boiler SP1 S4  A3 diff2 diff3 diff1 min1 …...
  • Pagina 21: Programma 192 - Solarsysteem Met 2 Gebruikers En Laadpomp (Ketel)

    Alle programma’s +8: De begrenzing van boiler SP1 geschiedt via de onafhankelijke sensor S6 en de maximale drempelwaarde max1 . (geen maximale waarde meer op S2 !) De voorrangtoekenning tussen SP1 en SP2 kan in het parametermenu onder VR worden ingesteld.
  • Pagina 22: Programma 208 - Solarsysteem Met 2 Gebruikers En Branderaansturing

    Hebben beide boilers door solarsysteem Alle programma’s temperatuurmaximum bereikt, worden de pompen A1 en A3 ingeschakeld (terugkoelfunctie).. Alle programma’s +4: Beide solarkringen hebben gescheiden inschakelwaardes op S1 . De uitgang A1 behoudt verder min1 en A2 schakelt met min3 . De voorrangtoekenning tussen SP1 en SP2 kan in het parametermenu onder VR worden ingesteld.
  • Pagina 23: Programma 224 - Solarsystemen Met 3 Gebruikers

    Alle programma’s +1: In plaats van beide pompen A1 en A2 wordt een pomp A1 en een driewegventiel A2 ingezet. Toerentalregeling: opmerkingen op pagina 9 in acht nemen! Zonder voorrangtoewijzing wordt boiler SP2 met voorrang geladen. A1 ... gezamenlijke pomp A2 ...
  • Pagina 24 Programma 224: De solarpomp A1 loopt, indien:  S1 groter als de drempelwaarde min1 is  en S1 met differentie diff1 hoger is als S2  en S2 de drempelwaarde max1 niet heeft overschreden. De solarpomp A2 loopt, indien:  S1 groter als de drempelwaarde min1 is  en S1 met differentie diff2 hoger is als S3 ...
  • Pagina 25: Programma 240 - Solarsysteem Met 2 Collectorvelden En 2 Gebruikers

    Programma 240 - Solarsysteem met 2 collectorvelden en 2 gebruikers A1 , A2 ...pompen A3 ..omschakelventiel (A3/S heeft spanning bij laden op SP2) Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing SP1 S3  A1, A2 max2 … Begrenzing SP2 S4 ...
  • Pagina 26: Programma 256 - Solarsysteem Met 2 Collectorvelden (1 Pomp, 2 Afsluiters)

    Alle programma’s +1: Indien het verschil tussen de collectorvoelers S1 en S2 de differentie diff3 overstijgt, wordt de koudere collector afgeschakeld. Hiermee wordt het „meelopen“ van de koudere collector als gevolg van mengtemperaturen meestal vermeden. LET OP: Bij dit schema betreft de voorrang niet de pompen, maar de boilers. De voorrangtoekenning tussen SP1 en SP2 kan in het parametermenu onder VR worden ingesteld.
  • Pagina 27: Programma 272 - Solarsysteem Met 2 Collectorvelden Een Laadpompfunctie

    Programma 272 – Solarsysteem met 2 collectorvelden een laadpompfunctie Noodzakelijke instellingen: min1 min2 min3 max1 … Begrenzing boiler SP1 S3  A1, A2 max2 … Begrenzing buffer SP2 S4  A3 min1 … Inschakeltemp. coll.1 S1  A1 diff2 diff1 diff1 min2 …...
  • Pagina 28: Programma 288 - Solarsysteem Met 2 Collectorvelden En Branderaansturing

    Programma 288 – Solarsysteem met 2 collectorvelden en branderaansturing Brander Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing boiler SP S3  A1, A2 max3 … Brander uit SP S4  A3 S5 min3 min1 … Inschakeltemp. coll.1 S1  A1 S4 max3 diff1 min2 …...
  • Pagina 29: Programma 304 - Solarsysteem Met 2 Collectorvelden En Laadpomp (Ketel)

    Programma 304 – Solarsysteem met 2 collectorvelden en laadpomp (ketel) Noodzakelijke instellingen: min1 min2 min3 max1 … Begrenzing boiler S3  A1, A2 max2 … Begrenzing boiler S3  A3 diff1 min1 … Inschakeltemp. coll.1 S1  A1 diff1 diff2 min2 …...
  • Pagina 30: Programma 320 - Gelaagde Buffer En Laadpomp

    Programma 320 – Gelaagde buffer en laadpomp Lagensysteem alleen met geactiveerde toerentalregeling zinvol! (Absolutewaarderegeling: AR N1) Noodzakelijke instellingen: min1 min3 <min2 >min2 max1 … Begrenzing buffer S2  A1 max2 … Begrenzing buffer S4  A2 diff2 max3 … Begrenzing buffer S2 ...
  • Pagina 31: Programma 336 - Solarsysteem Met 2 Gebruikers En Gelaagde Bufferlading

    Programma 336 – Solarsysteem met 2 gebruikers en gelaagde bufferlading Lagensysteem alleen met geactiveerde toerentalregeling zinvol! (Absolutewaarderegeling: AR N1) Noodzakelijke instellingen: min1 <min3 >min3 max1 … Begrenzing buffer SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing boiler SP2 S3  A2 diff3 max3 …...
  • Pagina 32: Programma 352 - Gelaagde Buffer En Branderaansturing

    Programma 352 – Gelaagde buffer en branderaansturing Lagensysteem alleen met geactiveerde toerentalregeling zinvol! (Absolutewaarderegeling: AR N1) Brander Noodzakelijke instellingen: min1 <min2 >min2 max1 … Begrenzing buffer S2  A1 max2 … Begrenzing buffer S4  A2 S4 min3 max3 … Brander uit buffer S3 ...
  • Pagina 33: Programma 368 - Gelaagde Buffer En Laadpompfunctie

    Programma 368 – Gelaagde buffer en laadpompfunctie Lagensysteem alleen met geactiveerde toerentalregeling zinvol! (Absolutewaarderegeling: AR N1) Noodzakelijke instellingen: min1 <min2 >min2 max1 … Begrenzing buffer SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing buffer SP1 S4  A2 diff1 diff2 max3 … Begrenzing boiler SP2 S3 ...
  • Pagina 34: Programma 384 - Gelaagde Buffer Met Bypassfunctie

    Programma 384 – Gelaagde buffer met bypassfunctie Lagensysteem alleen met geactiveerde toerentalregeling zinvol! (Absolutewaarderegeling: AR N1) Noodzakelijke instellingen: min1 <min2 >min2 max1 … Begrenzing buffer S2  A1 max2 … Begrenzing buffer S4  A2 diff2 diff3 min1 … Inschakeltemp. coll. S1 ...
  • Pagina 35: Programma 400 - Solarsysteem Met 1 Gebruiker En 2 Laadpompfuncties

    Programma 400 – Solarsysteem met 1 gebruiker en 2 laadpompfuncties Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing boiler SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing buffer SP2 S4  A2 max3 … Begrenzing boiler SP3 S5  A3 diff1 diff2 diff3 min1 …...
  • Pagina 36: Programma 416 - 1 Gebruiker, 2 Laadpompfuncties En Branderaansturing

    Programma 416 - 1 Gebruiker, 2 laadpompfuncties en branderaansturing Voorrangtoekenning tussen SP1 en SP2 mogelijk S5 voor programma +2 Brander Noodzakelijke instellingen: min1 max1 … Begrenzing boiler SP1 S1  A1 max2 … Begrenzing boiler SP2 S2  A2 S4 min3 max3 …...
  • Pagina 37: Programma 432 - Solarsysteem, Branderaansturing En 1 Laadpomp

    De pomp A1 loopt, indien:  S4 groter als de drempelwaarde min1 is  en S4 met differentie diff1 hoger is als S1  en S1 de drempelwaarde max1 niet heeft overschreden.  S5 groter als de drempelwaarde min2 is  en S5 met differentie diff3 hoger is als S1 ...
  • Pagina 38 Programma 432: De solarpomp A1 loopt, indien:  S1 groter als de drempelwaarde min1 is  en S1 met differentie diff1 hoger is als S2  en S2 de drempelwaarde max1 niet heeft overschreden. De laadpomp A2 loopt, indien:  S3 groter als de drempelwaarde min2 is  en S3 met differentie diff2 hoger is als S4 ...
  • Pagina 39: Programma 448 - Branderaansturing En 2 Laadpompfuncties

    Programma 448 – Branderaansturing en 2 laadpompfuncties Brander Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing buffer SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing boiler SP2 S3  A2 S5 min3 max3 … Brander uit buffer SP1 S4  A3 diff1 diff2 S4 max3 min1 …...
  • Pagina 40 Programma 449: Brander Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing buffer SP1 S4  A1 max2 … Begrenzing boiler SP2 S3  A2 S5 min3 max3 … Brander uit buffer SP1 S4  A3 diff1 diff2 S4 max3 min1 … Inschakeltemp. ketel S1 ...
  • Pagina 41: Programma 464 - Solarsysteem Met 2 Gebruikers En Bypassfunctie

    Programma 464 – Solarsysteem met 2 gebruikers en bypassfunctie Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing SP1 S2  A1, A2 max2 … Begrenzing SP2 S3  A1, A3 min1 … Inschakeltemp. coll. S1  A1 diff1 diff3 diff2 diff1 min2 …...
  • Pagina 42: Programma 480 - 2 Gebruikers En 3 Laadpompfuncties

    Alle programma’s +4 : De beide secundaire pompen A2 en A3 worden pas vrijgegeven, indien in automatisch bedrijf de primaire pomp A1 loopt. De voorrangtoekenning tussen SP1 en SP2 kan in het parametermenu onder VR worden ingesteld. Daarnaast kan voor dit schema een solarvoorrangsfunctie in het menu onder PRIOR worden ingesteld (meer hierover onder "Solarvoorrang").
  • Pagina 43 Programma 481: Noodzakelijke instellingen min1 min2 max1 … Begrenzing buffer SP1 S2  A1 max2 … Begrenzung buffer SP1 S2  A2 max3 … Begrenzung boiler SP2 S4  A3 diff1 diff2 min1 … Inschakeltemp. warmtebr. S1  A1, A3 min2 …...
  • Pagina 44: Programma 496 - 1 Gebruiker En 3 Laadpompfuncties

    Programma 496 - 1 gebruiker en 3 laadpompfuncties Noodzakelijke instellingen: min1 min2 min3 max1 … Begrenzing boiler S2  A1 max2 … Begrenzing boiler S2  A2 diff2 max3 … Begrenzing boiler S2  A3 diff1 diff3 min1 … Inschakeltemp. coll. S1 ...
  • Pagina 45: Programma 512 - 3 Onafhankelijke Differentiekringen

    Programma 512 - 3 onafhankelijke differentiekringen Noodzakelijke instellingen: min1 min2 min3 max1 … Begrenzing boiler SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing boiler SP2 S4  A2 max3 … Begrenzing boiler SP3 S6  A3 diff1 diff2 diff3 min1 … Inschakeltemp. coll.1 S1 ...
  • Pagina 46: Programma 528 - 2 Onafhankelijke Kringen En Onafhankelijke Branderaansturing

    Programma 528 - 2 onafhankelijke kringen en onafhankelijke branderaansturing Brander Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing boiler SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing boiler SP2 S4  A2 S6 min3 max3 … Brander uit boiler SP3 S5  A3 diff1 diff2 S5 max3...
  • Pagina 47: Programma 544 - Cascade: S1 S2  S3  S4

    Programma 544 - Cascade: S1 S2  S3  S4 Noodzakelijke instellingen: min1 max1 … Begrenzing buffer SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing buffer SP2 S3  A2 diff1 max3 … Begrenzing boiler SP3 S4  A3 min1 … Inschakeltemp. coll S1 ...
  • Pagina 48: Programma 560 - Cascade: S1 S2 / S3  S4  S5

    Programma 560 - Cascade: S1 S2 / S3  S4  S5 Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing buffer SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing buffer SP2 S4  A2 diff2 diff1 max3 … Begrenzing boiler SP3 S5 ...
  • Pagina 49: Programma 576 - Cascade : S4 S1 S2 + Branderaansturing

    Programma 576 - Cascade : S4 S1 S2 + branderaansturing Brander Noodzakelijke instellingen: min2 max1 … Begrenzing boiler SP3 S2  A1 max2 … Begrenzing buffer SP2 S1  A2 S4 min3 diff2 max3 … Brander uit buffer SP1 S3 ...
  • Pagina 50: Programma 592 - 2 Opwekkers Op 2 Gebruikers + Onafhankelijke Differentiekring

    Programma 592 - 2 opwekkers op 2 gebruikers + onafhankelijke differentiekring Geen schema beschikbaar! Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing SP1 S3  A1 max2 … Begrenzing SP2 S4  A2 max3 … Begrenzing SP3 S6  A3 diff1 diff2 min1 …...
  • Pagina 51 Programma 593: Noodzakelijke instellingen: min1 min2 max1 … Begrenzing SP1 S3  A1,A2 max2 … Begrenzing SP2 S4  A1,A2 max3 … Begrenzing SP3 S6  A3 diff1 diff2 min1 … Inschakeltemp. ketel1 S1  A1 diff2 diff1 min2 … Inschakeltemp. ketel2 S2  A2 min3 …...
  • Pagina 52: Programma 608 - 2 Opwekkers Op 2 Gebruikers + Branderaansturing

    Programma 608 - 2 opwekkers op 2 gebruikers + branderaansturing Geen schema beschikbaar! Brander Noodzakelijke instellingen: max1 … Begrenzing SP1 S3  A1 max2 … Begrenzing SP2 S4  A2 S6 min3 min1 min2 max3 … Branderaanst. uit S5  A3 S5 max3 min1 …...
  • Pagina 53 Programma 611: Zoals programma 608, echter de aansturing ( A3 ) geschiedt alleen over sensor S2 . A3 (uit) = S2 > max3 (dominant) A3 (aan) = S2 < min3 Programma 612: Zoals programma 608, echter de aansturing ( A3 ) geschiedt via S4 en S5 . A3 (uit) = S5 >...
  • Pagina 54: Programma 624 - Solarsysteem Met Een Gebruiker En Zwembad

    Programma 624 – Solarsysteem met een gebruiker en zwembad S4 voor programma +2 SP 1 SP 2 Noodzakelijek instellingen: min1 max1 … Begrenzing boiler SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing zwembad SP2 S3  A2 diff1 diff2 max3 … zie alle programma’s +2 A2, (A3) min1 …...
  • Pagina 55: Programma 640 - Hygiënische Warmwaterbereiding Incl. Circulatie

    Programma 640 - Hygiënische warmwaterbereiding incl. circulatie Lagensysteem alleen met geactiveerde toerentalregeling zinvol! (Absolutewaarderegeling: AR I5, Verschilregeling DR N35)  LET OP: fabrieksmatig is die collectorovertemperatuurbewaking op uitgang A1 geactiveerd. Deze dient op uitgang A3 omgezet of gedeactiveerd te worden. Noodzakelijke instellingen: min1 min2...
  • Pagina 56: Programma 656 - Hygiënische Warmwaterbereiding Incl. Circulatie + Branderaansturing

    Programma 656 - Hygiënische warmwaterbereiding incl. circulatie + branderaansturing Lagensysteem alleen met geactiveerde toerentalregeling zinvol! (Absolutewaarderegeling: AR I1, Verschilregeling DR N31))  Brander Noodzakelijke instellingen: min1 max1 … Begrenzing circulatieretour S4  A2 max3 … Brander uit buffer S2  A3 S3 min3 diff1 min1 …...
  • Pagina 57: Programma 672 - 3 Opwekkers Op 1 Gebruiker + Differentiekring + Branderaansturing

    Programma 672 - 3 opwekkers op 1 gebruiker + differentiekring + branderaansturing Geen schema beschikbaar! Noodzakelijke instellingen: min2 min1 max1 … Begrenzing SP1 S2  A1 max2 … Begrenzing SP2 S5  A2 diff2 diff2 max3 … Branderaanst. uit SP2 S5 ...
  • Pagina 58: Montagehandleiding

    Montagehandleiding Sensormontage De juiste toewijzing en montage van sensoren is voor een efficiënte werking van het systeem van groot belang. Daarnaast dient erop te worden gelet, dat deze volledig in de dompelbuizen zijn geschoven. De meegeleverde kabelwartels dienen als trekontlasting. Om aanlegvoelers niet door de omgeving te laten beïnvloeden, dienen deze goed te worden geïsoleerd.
  • Pagina 59: Sensorkabels

     Warmwatervoeler: Bij warmwaterbereiding middels een platenwisselaar en een toerengeregelde pomp is een snelle reactie op veranderingen in de uittredetemperatuur belangrijk. Daarom dient de warmwatervoeler direct aan de uittredezijde van de warmtewisselaar te worden gemonteerd. Middels een T-stuk dient de , met een O-ring afgedichte, ultrasnelle sensor (accessoire) zich in de uitgang te bevinden.
  • Pagina 60: Montage Van Het Apparaat

    Montage van het apparaat LET OP! Voor het openen van de behuizing altijd de stekker uittrekken! Werkzaamheden binnen de behuizing alleen spanningsloos uitvoeren. De schroef aan de bovenzijde van de behuizing losdraaien en deksel eraf nemen. De regelaarelektronica bevindt zich in de deksel. Door contactpennen wordt later bij het terugplaatsen de verbinding met de klemmen op de grondplaat hersteld.
  • Pagina 61: Bijzondere Aansluitingen

    De dataleiding (Dl-Bus) is speciaal voor de serie ESR/UVR ontwikkeld en is alleen met producten van Technische Alternative compatible. Als dataleiding kan iedere kabel met een diameter van 0,75 mm² (bv.: tweelingsnoer) tot max. 30 m lengte worden gebruikt. Voor langere leidingen bevelen wij het gebruik van een afgeschermde kabel aan.
  • Pagina 62: Bediening

    Bediening Het grote display bevat symbolen voor alle belangrijke informatie en een duidelijk tekstveld. De navigatie met de pijltoetsen is aangepast op de rangschikking van het display.          navigatietoetsen voor symboolkeuze en het aanpassen van parameters. ...
  • Pagina 63: Het Hoofdmenu

    Het hoofdmenu Temperatuur Temperatuur Temperatuur Sensor 1 Sensor 2 Sensor 6 Volumestroom Windsnelheid Externe waarde 1 Alleen weergegeven, Alleen Alleen zichtbaar, als indien S6 = VSG weergegeven, externe DL is indien S6 = WIS geactiveerd Externe waarde 9 Legionellafunctie Toerental Alleen zichtbaar, als Alleen zichtbaar, als Alleen zichtbaar, als...
  • Pagina 64 T1 t/m T6 geeft de actuele sensorwaarde (S1 – T1, S2 – T2, enz.) aan. De weergave (eenheid) is afhankelijk van het ingestelde sensortype. Weergaven: Temperatuur in °C Straling in W/m Digitale toestand (Stralingssensor) (digitale ingang) Wordt in het menu SENSOR (hoofdmenu ENTER / Men ) een sensor op OFF gezet, wordt de weergave van deze sensor in het hoofdniveau uitgeschakeld.
  • Pagina 65: Aanpassen Van Waardes (Parameters)

    Weergave van de systeemstatus. Aan de hand van het gekozen programma Stat: worden verschillende systeemtoestanden gecontroleerd. Bij (opgetreden) problemen geeft dit menu alle informatie weer. In het parametermenu kan met de navigatietoetsen (   ) de symboolkeuze onder Par: de temperatuurweergave en het tekstveld worden gemaakt.
  • Pagina 66: Het Parametermenu Par

    Het parametermenu Par Codenummer voor Versienummer Programmanummer parametermenu Uitgangen kruisen Voorrangtoekenning Max- begrenzing (alleen met (alleen bij progr. met uitschakelwaarde (3 relaismodule) voorrang) maal) Max- begrenzing Min- Begrenzing Min- Begrenzing inschakelwaarde inschakelwaarde uitschakelwaarde (3 maal) (3 maal) (3 maal) Differentie Differentie Tijd inschakelwaarde(3...
  • Pagina 67: Korte Beschrijving

    Toewijzen van vrije Automatisch / Automatisch / bedrijf uitgangen Handbedrijf (2 maal) voor de (afhankelijk van (3 maal) voor de stuuruitgangen schema) uitgangen 1-3 Korte beschrijving Code nummer voor menutoegang. De menu-onderdelen worden pas weergegeven CODE voor een correct ingevoerd codenummer. Ver sienummer Keuze van het pr ogrammanummer A us k reuzen (kruisen) van uitgangen (A1 met A2, A1 met A3 of A2 met A3).
  • Pagina 68: Codenummer Code

    Codenummer voor Versienummer Programmanummer parametermenu Codenummer CODE Na een correcte invoer van het Code nummer ( Codenummer 32 ) worden de overige menu- onderdelen in het parametermenu zichtbaar. Softwareversie VER Weergave van de software ver sie. Als weergave van de besturing van de regelaar kan deze niet worden veranderd.
  • Pagina 69: Voorrang Vr

    Voorrang VR Bij programmaschema’s met meerdere gebruikers op een opwekker, kan een V oo r rangtoekenning worden ingesteld. Dit menu-onderdeel is alleen zichtbaar bij programma’s met voorrangsfuncties. De voorrang wordt aan het actuele programma aangepast en betreft altijd pompen. Bij pompen – kleppensystemen wordt de voorrang volgens het basisschema ingesteld (standaard = OFF).
  • Pagina 70 Voorbeeld: programmanummer 0 Max- Begrenzing Max- Begrenzing Min- Begrenzing uitschakelwaarde inschakelwaarde inschakelwaarde Min- Begrenzing Differentie Differentie uitschakelwaarde inschakelwaarde uitschakelwaarde max  Bij deze temperatuur aan de betreffende sensor wordt de uitgang geblokkeerd. (standaard = 75°C) max  De geblokkeerde uitgang door max  wordt vanaf deze temperatuur weer vrijgegeven.
  • Pagina 71 Schematische weergave van de instelwaardes...
  • Pagina 72: Tijd

    Tijd Voorbeeld: 16:34 = weergave van de tijd. De instelling van de tijd geschiedt door het indrukken van de Enter-toets  en de navigatietoetsen  . Het nogmaals indrukken van de Enter-toets maakt het wisselen tussen minuten en uren mogelijk. Tijd ook indien het tijdvenster niet wordt gebruikt, kan de een correcte BELANGRIJK:...
  • Pagina 73: Tijdvenster Zeit F (3 Maal)

    Tijdvenster ZEIT F (3 maal) Instelling in het tijdvenster (Zeitfenster) In totaal zijn er 3 tijdvensters beschikbaar. Bij ieder tijdvenster kunnen de uitgangen, waarop het venster werkt, vrij ingesteld worden. Iedere uitgang kan met maximaal 3 tijdvensters gekoppeld worden. Indien een uitgang door een tijdvenster wordt vrijgegeven (tussen in- en uitschakeltijd), hebben de overige tijdvensters geen uitwerking meer op deze uitgang.
  • Pagina 74: Timer

    TIMER Instelling van de timer functie De timerfunctie kan aan iedere gewenste uitgang worden toegewezen. Er bestaat de mogelijkheid een vrijgavetijd (gedurende deze tijd wordt de uitgang vrijgegeven) en een blokkadetijd (gedurende deze tijd wordt de uitgang geblokkeerd) op te geven.
  • Pagina 75: Toewijzing Van Vrije Uitgangen A2/A3

    Toewijzing van vrije uitgangen A2/A3 <= OFF Uitgangen, welke in het schema niet vast toegewezen zijn (schema 0 t/m 159), kunnen met andere uitgangen gekoppeld worden. A3 gedeactiveerd A3 actief (als A3 schakelt met A1 uitgang schakelklok) A3 schakelt met A2 A3 schakelt indien A3 schakelt indien A1 en A2 AAN...
  • Pagina 76: Automatisch / Handbedrijf

    Automatisch / handbedrijf A AUTO De drie uitgangen ( A ) zijn op auto matisch bedrijf ingesteld en kunnen voor testdoeleinden op handbedrijf ( A ON , A OFF ) omgeschakeld worden. Als teken van het handbedrijf verschijnt een knipperend handsymbool. Een actieve uitgang (pomp loopt) wordt door het oplichten van het betreffende cijfer (LED) naast het display weergegeven.
  • Pagina 77: Het Menu Men

    Het menu Men Taalkeuze Codenummer voor Sensormenu toegang tot menu Systeem- Startfunctie Solarvoorrang beveiligings- Alleen functie weergegeven, bij programma’s met voorrang Nalooptijd van de Toerentalregeling Stuuruitgangen uitgangen pompen Functiecontrole Warmtemeting Legionellafunctie Externe sensoren Drain-Back-functie via dataleiding...
  • Pagina 78: Korte Beschrijving

    Korte beschrijving Het menu bevat fundamentele instellingen voor het vastleggen van verdere functies zoals sensortype, functiecontrole, etc. Hierbij worden de navigatie en wijzigingen middels de gebruikelijke toetsen  uitgevoerd, de dialoog wordt echter allen via de tekstregel in het display opgebouwd. Omdat de instellingen in het menu de basiseigenschappen van de regelaar wijzigen, is een verdere toegang alleen via een voor de installateur voorbehouden codenummer mogelijk.
  • Pagina 79: Taalkeuze Deut, Engl, Inter

    Taalkeuze DEUT, ENGL, INTER Het totale menu kan, voordat er een codenummer dient te worden gebruikt, op de gewenste taal worden omgeschakeld. Het apparaat geeft de volgende mogelijkheden tot taalkeuze in het display: Duits (DEUT), Engels (ENGL), Internationaal (INT) = Frans, Italiaans en Spaans.
  • Pagina 80: Sensorinstellingen

    Sensorinstellingen Als voorbeeld voor de sensorinstellingen is de sensor S6 gebruikt, omdat deze over de meeste instelmogelijkheden beschikt. PT1000 Stralingssensor Vaste waarde Waarde overnemen Digitale ingang Invoer vaste waarde Invoer overnamewaarde Sensor UIT Volumestroom- Liter per impuls impulsgever Weergave alleen, (alleen op S6) indien S6 = VSG Windsensor WIS01...
  • Pagina 81: Sensortype

    L iter p er i mpuls = Impulsrate van de volumestroomgever, weergave alleen, indien S6 = VSG (standaard = 0,5) Instelbereik: 0,0 tot 10, 0 Liter/impuls in stappen van 0,1liter/ impuls Windsensor: Alleen op ingang S6 , voor het inlezen van de impulsen van de windsensors WIS01 van Technische Alternative (1Hz per 20km/h).
  • Pagina 82: Gemiddelde Waardetijd Mw

    Gemiddelde waardetijd MW Instelling van de tijd in seconden, waarover een gemiddelde meetwaarde uitgegeven dient te worden (standaard= 1.0s). Voorbeeld: MW1 1.0 Ge m iddelde w aardetijd sensor S 1 over 1.0 seconden Bij eenvoudige meetopgaves dient 1,0 - 2,0 gekozen te worden. Een hogere gemiddelde waarde leidt tot een onaangename traagheid en is alleen voor sensoren voor warmtemetingen aan te bevelen.
  • Pagina 83: Systeem- Beveiligingsfuncties Anlgsf

    Systeem- beveiligingsfuncties ANLGSF Collector- Collector- overtemp.begrenzing 1 overtemp.begrenzing 2 Vorstbeveiligingsfunctie 1 Vorstbeveiligingsfunctie 1 Collector-koelfunctie Anti-blokkeerbeveiliging Er zijn telkens twee collector-overtemperatuurfuncties en twee vorstbeveiligingsfuncties beschikbaar. Deze functies kunnen volledig onafhankelijk gekozen programmaschema worden ingesteld. Als fabrieksinstelling is de eerste begrenzingsfunctie KUET1 geactiveerd, alle andere functies zijn gedeactiveerd.
  • Pagina 84: Collector-Overtemperatuur Kuet

    Collector-overtemperatuur KUET Gedurende een systeemstilstand kan in het systeem damp ontstaan. Bij het automatisch opnieuw inschakelen bereikt de pomp niet de druk voor het vloeistofniveau over het hoogste punt in het systeem (collectoraanvoer) te pompen. Er is daarmee geen circulatie mogelijk, hetgeen een onevenredige belasting voor de pomp betekent.
  • Pagina 85: Collectorvorstbeveiliging Frost

    Collectorvorstbeveiliging FROST Deze functie is fabrieksmatig gedeactiveerd en alleen voor solarsystemen noodzakelijk, welke zonder glycol worden gebruikt: In zuidelijke gebieden kan de energie uit de solarbuffer de weinige uren onder de collector-minimumtemperatuur overbruggen. De instellingen volgens het voorbeeld realiseren bij het onderschrijden van de waarde min  van 2°C op de collectorsensor een vrijgave van de solarpomp en boven de waarde min ...
  • Pagina 86: Collector-Koelfunctie Kuehlf

    Collector–koelfunctie KUEHLF Met behulp van deze functie kan de buffer ’s nachts worden afgekoeld, om op de daaropvolgende dag weer warmte te kunnen opslaan. Heeft de geselecteerde sensor (buffertemperatuur) de ingestelde temperatuurwaarde overschreden, wordt de gekozen uitgang in het opgegeven tijdbereik zo lang ingeschakeld, dat deze weer onderschreden wordt.
  • Pagina 87: Antiblokkeerbeveiliging Abs

    Deze uitgang wordt ingeschakeld, zodra de gekozen sensor binnen het ingestelde tijdvenster de drempelwaarde overschrijdt. Is aan de uitgang een stuuruitgang toegewezen, dan wordt aanvullend de analoge trap voor volledig toerental op de stuuruitgang uitgegeven. Instelbereik: Combinaties van alle uitgangen (standaard = AG1) Toerental, waarmee de pomp dient te lopen (alleen uitgang A1, standaard =30) Antiblokkeerbeveiliging ABS Circulatiepompen, welke voor langere tijd niet lopen, (bv.: cv-pompen gedurende de...
  • Pagina 88: Startfunctie Startf (Ideaal Voor Vacuümbuiscollectoren)

    Startfunctie STARTF (ideaal voor vacuümbuiscollectoren) Bij veel solarsystemen wordt de collectorvoeler ’s ochtends niet tijdig door de opgewarmde collectorvloeistof omspoeld en het systeem „springt“ daarmee te laat aan. De te geringe thermische stroming treedt meestal bij vlak gemonteerde collectorvelden of direct doorstroomde vacuümbuiscollectoren op.
  • Pagina 89: Prioriteit Prior

    ON / OFF Startfunctie AAN /UIT (standaard 1 = standaard 2 = OFF) Instelling van de collectorsensor (standaard 1 = S1, standaard 2 = S2). KOLL Instelbereik: S1 tot S6 Opgave van de sensoringang, indien een g lo b aal s tralingssensor wordt gebruikt. Indien geen stralingssensor beschikbaar is, wordt hiervoor de weersafhankelijke gemiddelde temperatuur (langdurig gemiddelde waarde) berekend.
  • Pagina 90 Na de spoeltijd (1, 3) berekent de computer de toename van de collectortemperatuur. Deze herkent, of de ingestelde wachttijd WTZ voor het verwarmen van de collector op de voorrangstemperatuur volstaat. In geval 2 wordt tot het omschakelen op de voorrang gewacht.
  • Pagina 91: Nalooptijd Nachlz

    St ralings w aarde (stralingsdrempel) in W/m , waar vanaf een spoeling toegestaan wordt. Zonder stralingssensor berekent de computer uit deze waarde een benodigde temperatuurverhoging ten opzichte van de langdurig gemiddelde waarde, welke de spoeling start. (standaard = 150W/m Instelbereik: 0 tot 990W/m in stappen van 10W/m Uitgangen, waarmee gespoeld dient te worden.
  • Pagina 92: Pomp-Toerentalregeling Pdr

    Pomp-toerentalregeling PDR De pomp-toerentalregeling PDR is niet voor elektronische- cq. energiezuinige pompen geschikt. Let op! De waardes in de volgende beschrijving zijn voorbeelden en dienen altijd aan het systeem te worden aangepast! Absolute Gewenste waarde Verschilregeling waarderegeling abs.waarderegeling Gewenste waarde Voorwaarderegeling Drempelwaarde verschilregeling...
  • Pagina 93 Signaalvorm Er staan twee signaalvormen voor de regeling ter beschikking. (standaard = WELLP) Sinusregeling ( Well en p aket) – Alleen voor circulatiepompen met standaard WELLP motorafmetingen. Hierbij worden halve sinusgolven aan de pompmotor geschakeld. De pomp wordt als het ware gepulst en er ontstaat een “gladde” flow als het traagheidmoment van de rotor en vloeistof is opgeheven.
  • Pagina 94: Stuuruitgang St Ag 0-10V / Pwm (2 Maal)

    Stuuruitgang ST AG 0-10V / PWM (2 maal) Stuuruitgang 1 Stuuruitgang 2 Nummer van de stuuruitgang Verschillende functies van de stuuruitgang: Stuuruitgang 5V voedingsspanning 0 - 10V uitgang gedeactiveerd PWM uitgang Foutmelding (bij Foutmelding (bij fout fout omschakelen inverse van 0 naar 10V) omschakeling van 10 naar 0V) Stuuruitgang gedeactiveerd;...
  • Pagina 95 De volgende instellingen zijn alleen in de modus 0-10V en PWM mogelijk. Let op! De waardes in de onderstaande beschrijving zijn voorbeeldwaardes en dienen altijd aan het systeem te worden aangepast! Functie van de Uitgangen voor Absolute stuuruitgang vrijgave waarderegeling Gewenste waarde Verschilregeling Gewenste waarde...
  • Pagina 96 In actieve toestand kunnen deze door een toegewezen uitgang worden vrijgegeven, dus de uitgang welke door het schema en programmanummer is vastgelegd. De stuuruitgang 1 is fabriekszijdig op PWM ingesteld en met de uitgang 1 verbonden. Is een stuuruitgang (0-10V of PWM) geactiveerd en een toerentalregeling ingesteld, dan wordt de analoge trap in het basismenu na de meetwaardes via „ANS 1“...
  • Pagina 97: Absolute Waarderegeling

    Absolute waarderegeling = constant houden van een sensor S1 kan met behulp van de toerentalregeling zeer goed op een temperatuur (bv. 60°C) constant worden gehouden. Vermindert de zoninstraling, wordt S1 kouder. De regelaar verlaagt daarop het toerental van de pomp en daarmee het debiet. Dit leidt tot een langere opwarmtijd van de collectorvloeistof, waardoor S1 weer stijgt.
  • Pagina 98: Voorwaarderegeling

    D ifferentie r egeling in n ormaal bedrijf tussen sensor S 1 en S 2 . (standaard = --) DR N12 Instelbereik: DR N12 tot DR N65, DR I12 tot DR I65) DR -- = Verschilregeling is gedeactiveerd. SWD 7.5 De gewenste waarde ( S oll w ert) van de d ifferentieregeling bedraagt 7,5 K. Volgens voorbeeld wordt dus het temperatuurverschil tussen S1 en S2 op 7,5K constant gehouden.
  • Pagina 99 Stabiliteitsproblemen De toerentalregeling bevat een “PID-regelaar”. Deze garandeert een exacte en snelle aanpassing van de gemeten waarde aan de gewenste waarde. In toepassingen zoals solarsystemen of laadpompen garanderen de parameters van de fabrieksinstelling een stabiel bedrijf. In het bijzonder bij de hygiënische warmwaterbereiding middels een externe warmtewisselaar is een aanpassing noodzakelijk.
  • Pagina 100: Uitgavemodus, Uitgavegrenzen

    Uitgavemodus, uitgavegrenzen Afhankelijk van de pompuitvoering kan de regelmodus van de pomp normaal (0 – 100 „Solarmodus“) of invers (100 – 0, „Verwarmingsmodus“) zijn. Tevens kunnen aan het gebruik bepaalde grenzen van het regelbereik benodigd zijn. Deze gegevens dienen uit de productspecificatie van de pompenfabrikant te worden onttrokken.
  • Pagina 101: Functiecontrole F Kont

    Functiecontrole F KONT Verschillende landen geven alleen subsidie op solarsystemen, indien de regelaar een functiecontrole voor het bewaken van een sensordefect en een foutieve circulatie bevat. De functiecontrole is fabrieksmatig gedeactiveerd. AAN/UIT Circulatie Circulatiecontrole UIT/AUTO/HAND uitgang 1 Circulatiecontrole Circulatiecontrole uitgang 2 uitgang 3 (gedeactiveerd) ON/OFF Functiecontrole activeren/deactiveren.
  • Pagina 102: Warmtemeting Wmz (3 Maal)

    ZK1 -- = Handmatige circulatiecontrole voor uitgang 1 gedeactiveerd. Handmatige circulatiecontrole voor uitgang 2 . Overig identiek aan ZK1 Handmatige circulatiecontrole voor uitgang 3 . Overig identiek aan ZK1 De betreffende foutmeldingen worden in het menu Stat opgegeven. Knippert Stat , wordt een functiefout of bijzondere systeemtoestand vastgesteld (zie “De statusweergave Stat“...
  • Pagina 103 Nummer van de warmtemeting AAN/UIT Sensor aanvoer Sensor retour Geen Vaste volumestroomgever volumestroom Volumestroomgever Toegewezen uitgangen Glycolgehalte Sensorvergelijk Tellerstand wissen...
  • Pagina 104 Warmtemeting activeren/deactiveren (standaard = OFF) ON/OFF Sensoringang van de aanvoertemperatuur (standaard = S4) Instelbereik: S1 tot S6 Ingang van de aanvoersensor E1 tot E9 Waarde van een externe sensor via DL Sensoringang van de retourtemperatuur (standaard = S5) Instelbaar: S1 tot S6 Ingang van de retoursensor E1 tot E9 Waarde van een externe sensor via DL...
  • Pagina 105 Actuele temperatuur dif ferentie tussen aanvoer- en retoursensor (Maximale weergave ±8,5 K, daarboven wordt een pijl weergegeven). Indien beide sensoren als test in water worden gedompeld (beide meten dus dezelfde temperatuur), dient het apparaat “ DIF 0 ” aan te geven. Het is door toleranties van de sensoren en het meetapparaat mogelijk dat er een differentie ontstaat onder DIF .
  • Pagina 106 Instelling van de warmtemeting „stap voor stap“ Er zijn 2 mogelijkheden, 2 verschillende volumestroomgevers te gebruiken:  de impulsgever VSG,  de FTS….DL, welke aan de dataleiding wordt aangesloten. Indien geen volumestroomgever wordt gebruikt, kan ook een vaste volumestroom worden ingesteld.
  • Pagina 107: Zonder Volumestroomgever

    FTS….DL (voorbeeld: montage in retour, slechts 1 FTS4-50DL in gebruik, gebruik van een externe sensor voor de aanvoer, welke op de FTS4-50DL is aangesloten) De FTS4-50DL wordt op de dataleiding gekoppeld (externe sensor), daarom: menu „EXT DL“, instellen van de volumestroomgever in het display van de externe sensor „E1“: 11 (adres 1, index 1) Instellen van de temperatuursensor van de FTS4-50DL: Menu „EXT DL“, in het display „E2“: 12 (adres 1, index 2)
  • Pagina 108: Legionellafunctie Legion

    Legionellafunctie LEGION Functie tegen de vorming van legionella. Wordt de opgegeven boilertemperatuur SW op de bewaakte sensor in de intervaltijd voor de duur van de looptijd LZ niet bereikt, wordt een uitgang (bv . E-element ) voor de duur van de looptijd LZ ingeschakeld en boven de temperatuurwaarde SW gehouden.
  • Pagina 109: Externe Sensoren Ext Dl

    Door het relatief hoge stroomverbruik, dient de „ Buslast “ in acht te worden genomen: De regelaar UVR 61-3 levert de maximale buslast 100%. De elektronische sensor FTS4-50 DL heeft bv. een Buslast van 25%; er kunnen daarom max. 4 FTS2-40 DL op de DL-Bus worden aangesloten.
  • Pagina 110: Drain-Back (Leegloop)-Functie Drainb

    Drain-Back (leegloop)-functie DRAINB Deze aanvullende functie mag alleen met programma’s voor een collectorveld met één gebruiker (bv. programma 0, 80 112, 432, etc.) of programma 4 worden geactiveerd. Bij Drain-Back-solarsystemen wordt het collectorcircuit buiten de spoeltijd (looptijd) leeg gelaten. In het simpelste geval wordt daarvoor nabij de solarpomp een open expansievat gemonteerd, welke bij een stilstand van de solarpomp het resterende warmtemedium boven het vat opneemt.
  • Pagina 111 AAN / UIT Stralingssensor Stralingswaarde stralingsdrempel Uitgangen vulling Vultijd Stabiliseringstijd Blokkadetijd Volumestroom- Minimaal debiet sensor waterhoeveelheid waterhoeveelheid Startpogingen Teller ON / OFF Drain-Back-functie AAN /UIT (basis = OFF) Opgave van de sensoringang, indien een stralingssensor GBS wordt gebruikt. Is er geen stralingssensor beschikbaar, wordt alleen de temperatuur van de collectorsensor voor het starten van de Drain-Back-functie gebruikt.
  • Pagina 112 St ralings w aarde (stralingsdrempel) in W/m , vanaf wanneer een vulling bij het gebruik van een stralingssensor is toegestaan. (basis = 150W/m Instelbereik: 0 tot 990W/m in stappen van 10W/m Uitgangen, welke voor de vulling nodig zijn. Hiermee is het ook mogelijk, een „Boosterpomp“...
  • Pagina 113: De Statusweergave Stat

    De statusweergave Stat De statusweergave biedt in bijzondere systeemomstandigheden en bij problemen informatie. Deze is in eerste lijn voor solarsystemen voorzien, maar kan ook voor andere schema’s ondersteuning geven. De statusweergave . De statusweergave kan echter alleen op basis van een actieve functiecontrole van defecte sensoren S1 tot S6 melden. In een solarsysteem dient een onderscheid te worden gemaakt tussen 5 weergavemogelijkheden: ...
  • Pagina 114 Functiecontrole gedeactiveerd of : of : of : Functiecontrole Collector- Legionellafunctie is Drain-Back gedeactiveerd overtemperatuur – actief vloeistoftekort uitschakeling is actief Functiecontrole geactiveerd of : of : of : of : Functiecontrole Collector–overtemperatuur- Legionellafunctie geactiveerd  uitschakeling actief actief Functiecontrole geen fout (geen fout opgetreden) geactiveerd ...
  • Pagina 115: Storingshulp

    Storingshulp In het algemeen dient bij een vermoedelijke storing allereerst de instellingen in de menu‘s Par en Men evenals de aansluitingen gecontroleerd te worden. Slechte functionaliteit, maar “realistische” temperatuurwaardes:  Controle van het programmanummer.  Controle van de in- en uitschakelwaardes evenals de ingestelde verschiltemperaturen. Zijn de thermostaat- en differentiewaardes reeds (cq.
  • Pagina 116: Tabel Van De Instellingen

    Tabel van de instellingen Indien het tot een onverwachte uitval van de regeling komt, dient bij de inbedrijfname de totale instelling herhaald te worden. In dergelijke gevallen zijn problemen te vermijden, indien alle instelwaardes in de onderstaande tabellen ingevuld zijn. Bij een ondersteuning dient deze tabel absoluut opgegeven te worden.
  • Pagina 117: Systeembeveiligingsfunctie Anlgsf

    (indien gewijzigd) Sensortype SENSOR Sensor S1 Pt1000 Gem.waarde MW1 1,0 s Sensor S2 Pt1000 Gem.waarde MW2 1,0 s Sensor S3 Pt1000 Gem.waarde MW3 1,0 s Sensor S4 Pt1000 Gem.waarde MW4 1,0 s Sensor S5 Pt1000 Gem.waarde MW5 1,0 s Sensor S6 Pt1000 Gem.waarde MW6 1,0 s...
  • Pagina 118 Solarvoorrang PRIOR Stralingssensor GBS Stralingswaarde STW 150 W Uitgangen spoelen ASP Wachttijd WTZ 5 min Looptijd pomp PLZ 20 min Nalooptijd NACHLZ NA 1 s NA 2 NA 3 Pomp-toerentalregeling PDR Abs. waardereg. AR Gew. waarde SWA 50°C °C Verschilreg. DR Gew.
  • Pagina 119: Warmtemeting Wmz

    Warmtemeting WMZ Warmtemeting WMZ 1 ON/OFF Aanvoersensor SVL Retoursensor SRL Volumestroomgever of volumestroom V 50 l/h Uitgangen AG Glycolgehalte FA Warmtemeting WMZ 2 ON/OFF Aanvoersensor SVL Retoursensor SRL Volumestroomgever of volumestroom V 50 l/h Uitgangen AG Glycolgehalte FA Warmtemeting WMZ 3 ON/OFF Aanvoersensor SVL Retoursensor SRL...
  • Pagina 120: Technische Gegevens

    Technische gegevens 210 ... 250V~ 50-60 Hz Voeding: max. 2,8 W Vermogensopname: 3.15 A traag (apparaat + uitgangen) Zekering: 3 x 1mm² H05VV-F conform EN 60730-1 Voedingskabel: ABS, vlambestendigheid: Klasse V0 volgens UL94 Norm Behuizing: kunststof: II – geïsoleerd Beveiligingsklasse: IP40 Beschermingsklasse: 152 x 101 x 48 mm...
  • Pagina 121: Technische Support

    Technische support We bieden aan onze klanten een kosteloze support bij vragen of problemen met onze producten . belangrijk! Voor het beantwoorden van uw vragen is in ieder geval het serienummer van het apparaat benodigd. Indien u het serienummer niet kan vinden, bieden we op onze homepage een hulp hiervoor aan: https://www.ta.co.at/haeufige-fragen/seriennummern/ U kunt uw aanvraag via onze homepage onder de volgende link aan ons richten:...
  • Pagina 122: Eu-Conformiteitsverklaring

    EU-conformiteitsverklaring Document-nr. / Datum: TA17004 / 02.02.2017 Fabrikant: Technische Alternative RT GmbH Vestigingslocatie: A- 3872 Amaliendorf, Langestraße 124 De gehele verantwoording voor de weergave van deze conformiteitsverklaring wordt door de fabrikant gedragen. Productomschrijving: UVR61-3, UVR61-PV Merknaam: Technische Alternative RT GmbH...
  • Pagina 124: Garantiebepalingen

    Opmerking: De volgende garantiebepalingen beperken het wettelijke recht op garantie niet, maar vullen uw rechten als consument aan. 1. De firma Technische Alternative RT GmbH  geeft twee jaar garantie vanaf verkoopsdatum aan de eindgebruiker op alle door haar verkochte apparaten en onderdelen. Defecten dienen onverwijld na vaststelling en binnen de garantietermijn te worden gemeld.

Inhoudsopgave