Inhoudsopgave
Advertenties
OPMERKING: Een record kan permanent worden gewist door het record te selecteren en vervolgens
Erase (Wissen) te selecteren aan de linkerkant van het scherm. De volgende prompt wordt weergegeven:
"Erase ECG?" (ECG wissen?) Als u Yes (Ja) selecteert, wordt het record permanent gewist. Als u No
(Nee) selecteert, wordt het record in het bestand bewaard.
Average RR / QTcB / QTcF (gemiddelde RR/Bazett-gecorrigeerde QT/Fridericia-gecorrigeerde QT):
Yes (ja) voor deze opties schakelt het volgende in voor het ECG:
Een gemiddelde RR-waarde.
•
Een volgens de Bazett-methode gecorrigeerde QT-waarde samen met de standaard lineaire QTc-waarde.
•
Een volgens de Fridericia-methode gecorrigeerde QT-waarde samen met de standaard lineaire QTc-waarde.
•
ECG Capture (ECG-opname):
seconden) van de opgenomen gegevens toont.
Opmerking: de functie ECG Capture (ECG-opname) kan ook voor één ECG worden gewijzigd door de
ECG-golfvorm op een willekeurig punt in het opgenomen beeld aan te raken.
Pace Spike Channel (pacemaker puls kanaal):
onderin de ECG-print een marker voor het piekkanaal van de pacemaker moet worden weergegeven. Een marker
voor het piekkanaal van een pacemaker komt overeen met iedere pacemakergebeurtenis.
Opmerking: de functie Pace Spike Channel (pacemaker puls kanaal) kan ook voor één ECG worden in-
of uitgeschakeld door de ECG-golfvorm op een willekeurig punt in het opgenomen beeld aan te raken.
ECG Display Speed (schermsnelheid ECG):
schermsnelheid instellen op 5 mm/s, 10 mm/s, 25 mm/s of 50 mm/s bij het bekijken van het ECG.
Opmerking: de Display Speed (schermsnelheid) kan ook voor één ECG worden gewijzigd door de ECG-
golfvorm op een willekeurig punt in het realtime beeld aan te raken.
ECG Print Speed (printsnelheid ECG):
prints instellen op 25 mm/s of 50 mm/s.
Opmerking: De Print Speed (printsnelheid) kan ook voor één ECG worden gewijzigd door de ECG-
golfvorm op een willekeurig punt in het opgenomen beeld aan te raken.
Number of Copies (aantal kopieën):
wordt geprint bij de opname van een ECG. Bij nul (0) worden er geen kopieën geprint. Bij één (1) wordt het
origineel geprint, bij twee (2) worden het origineel plus één kopie geprint enz. tot 9 kopieën.
Opmerking: Als een ECG uit de Full Disclosure-historie wordt gekozen, wordt er niet automatisch een
kopie geprint.
Copies with interp. (kopieën met interpretatie):
gekozen dat wordt geprint bij de opname van een ECG. Bij nul (0) wordt het eerste ECG met interpretatie geprint
en alle volgende kopieën tot negen (9) worden zonder interpretatie geprint. Bij één (1) tot negen (9) wordt een
interpretatie van het ECG op het gekozen aantal kopieën geprint. Op alle kopieën staan de patiëntgegevens en de
meeteenheden.
Cabrera:
Bepaalt of de ELI 380 wel of niet het ECG automatisch in de Cabrera-weergave toont. De Cabrera-
weergave toont de extremiteitenafleidingen in de volgorde aVL, I, -aVR, II, aVF en III in plaats van de standaard I,
II, III, aVR, aVL en aVF waardoor de progressie van de golfvorm in het verticale vlak op een andere manier wordt
gepresenteerd.
Plot Format (Plot-weergave):
standaard of Cabrera. Ongeacht de gekozen printweergave worden 10 seconden van alle 12 afleidingen altijd
opgeslagen. De ECG-printopties zijn:
Bepaalt of de ELI 380 automatisch de Best 10 (in seconden) of de Last 10 (in
Met deze functie kan de gebruiker bepalen en instellen of
Met deze functie kan de gebruiker de standaard
Met deze functie kan de gebruiker de papiersnelheid voor ECG-
Met deze functie wordt het aantal kopieën gekozen dat automatisch
Met deze functie wordt het aantal kopieën met interpretatie
Bepaalt de standaardinstelling voor één van de beschikbare printweergaven:
CONFIGURATIE-INSTELLINGEN
97
Advertenties
Inhoudsopgave
