Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hillrom Welch Allyn ELI 380 Gebruikershandleiding pagina 12

Inhoudsopgave

Advertenties

9.
Onderdelen van het apparaat zijn gebouwd uit glas. Als de machine valt, of anderszins een impact
ondergaat, kan het glas breken. Gebroken glas kan ernstige letsels veroorzaken.
10. Vingers kunnen worden geklemd in het beweegbare touchscreen-display wanneer het wordt gesloten.
Wees voorzichtig wanneer u het scherm opent en sluit.
11. De geleidende delen van de recorder(s), elektroden en bijbehorende aansluitingen van type CF
toegepaste onderdelen, waaronder de nulgeleider van de recorder(s) en elektroden, mogen geen
contact maken met andere geleidende onderdelen, waaronder de aarde.
12. ECG-elektroden kunnen huidirritatie veroorzaken. Patiënten moeten worden onderzocht op tekenen
van irritatie of ontsteking.
13. Om de kans op ernstig letsel of overlijden van de patiënt bij defibrilleren te voorkomen, mag u niet in
contact staan met het apparaat of de recorder(s). Ook moeten de defibrillatorpaddles correct worden
geplaatst ten opzichte van de elektroden om de risico's voor de patiënt te beperken.
14. Het apparaat schakelt niet automatisch heen-en-weer tussen direct aangesloten of draadloze recorders.
Voor het opnemen van het ECG moet de behandelaar het type recorder instellen. Als uw apparaat is
voorzien van een ontvanger voor een draadloze recorder, moet u altijd controleren of u de gegevens van
de juiste recorder ontvangt.
15. Gebruik bij dit apparaat de elektroden zoals gespecificeerd in deze handleiding. Volg de juiste klinische
procedure bij het voorbereiden van de elektrodeplaatsen en controleer de patiënt op overmatige
huidirritatie, ontsteking of andere overgevoeligheidsreacties. De elektroden zijn bedoeld voor kortdurend
gebruik en moeten direct na het ECG van de patiënt worden weggenomen.
16. Om de kans op verspreiding van ziekte of infectie te voorkomen, mogen wegwerponderdelen voor
eenmalig gebruik (zoals elektroden) niet worden hergebruikt. Met het oog op de veiligheid en
effectiviteit mogen elektroden niet worden gebruikt na het verstrijken van de vervaldatum.
17. Mogelijk explosiegevaar. Gebruik het apparaat niet in de aanwezigheid van brandbare anesthetica.
18. Bij twijfel in hoeverre de externe aardeverbinding wel of niet in orde is, moet het apparaat met de
interne elektrische voeding worden gebruikt.
19. Medische apparaten zijn ontworpen om meer bescherming tegen elektrische schokken te bieden dan
bijvoorbeeld IT-apparatuur, omdat patiënten vaak op meerdere apparaten zijn aangesloten en zij
bovendien vaak vatbaarder zijn voor de negatieve effecten van elektrische stroom dan gezonde mensen.
Alle op de patiënt aangesloten apparatuur die door de patiënt kan worden aangeraakt of door iemand
anders die tegelijkertijd ook de patiënt aanraakt, moet dezelfde bescherming bieden tegen elektrische
schokken als medische apparatuur. De ELI 380 is een medisch apparaat dat is ontworpen om met andere
apparaten te worden verbonden om gegevens te kunnen vastleggen en verzenden. Neem de volgende
maatregelen om de kans op overmatige elektrische stroom door de operator of patiënt te voorkomen:
alle elektrische apparatuur die niet tot medische elektrische apparatuur wordt gerekend
o
moet buiten de "patiëntomgeving" op minimaal 1,5 meter van de patiënt worden geplaatst,
zoals is vastgelegd in de geldende veiligheidsnormen. Eventueel kan niet-medische
apparatuur extra worden beschermd, bijvoorbeeld met een extra aardeverbinding.
Alle medische elektrische apparatuur die fysiek op de ELI 380 of de patiënt is aangesloten
o
of in de patiëntomgeving staat, moet voldoen aan de geldende veiligheidsnormen voor
medische elektrische apparaten.
Alle elektrische apparatuur die niet tot medische elektrische apparatuur wordt gerekend en
o
fysiek op de ELI 380 is aangesloten, moet voldoen aan de geldende veiligheidsnormen, zoals
IEC 60950 voor IT-apparatuur. Hieronder valt informatienetwerkapparatuur die via de LAN-
aansluiting is aangesloten.
o
Er mogen zich geen geleidende onderdelen (van metaal) in de patiëntomgeving bevinden die bij
normaal gebruik door de operator kunnen worden aangeraakt en met niet-medische apparatuur
zijn verbonden. Denk hierbij aan aansluitingen voor afgeschermde ethernet- of USB-kabels.
12
VEILIGHEIDSINFORMATIE GEBRUIKER

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave