Inhoudsopgave
Advertenties
8. VOORBEREIDEN
Eerste keer opstarten
Als de ELI 380 de eerste keer wordt opgestart, vraagt het apparaat de gebruiker om een aantal configuraties
voordat een ECG kan worden opgenomen:
1.
Custom ID (gebruikers-ID, indien van toepassing). Zie de gebruikershandleiding van ELI Link hoe u
de Custom ID (gebruikers-ID) instelt en wijzigt.
2.
Datum en tijd, waaronder het begin en eind van de wintertijd.
3.
Recorderconfiguratie.
4.
Geavanceerde ECG- en systeeminstellingen. Zie voor aanwijzingen de Configuratie-instellingen.
Opmerking: Zowel de WAM, AM12, AM12M, en AM15Erecorders kunnen met de ELI 380 worden
gebruikt, maar per ECG-opname kan slechts één recorder worden gebruikt. Zie de aanwijzingen hieronder
om voor de ECG-opname tussen de ene en de andere recorder te wisselen.
Opmerking: Wanneer een Wireless Acquisition Module (WAM) wordt gebruikt, moet u verzekeren dat de
verwachte WAM-module is gepaard met de cardiograaf. Het is raadzaam om visueel identificerende
indicatoren te gebruiken (zoals kleurgecodeerde of overeenstemmende labels) op de WAM en cardiograaf
om discrepanties tussen eenheden te vermijden.
AMxx-recorder configureren
Verbind de AMxxmet de ECG-aansluitpoort achterop het apparaat en configureer het
Kies
op de ELI 380, gevolgd door WAM/AMXX. Afhankelijk van de laatst opgeslagen instelling wordt
AM12, AM15E of WAM met de firmwareversies FPGA en UTK getoond. Kies Switch to AM-XX (schakel over
naar AM12) en kies vervolgens Done (klaar) om terug te keren naar het configuratiescherm.
Fig. 7 AMxxverbinden met de ELI 380
AMxx USB-aansluitpoort
55
Advertenties
Inhoudsopgave
