Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en
de apparatuur
De apparatuur is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving met gecontroleerde RF-verstoringen.
De klant of de gebruiker van de apparatuur kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door een
minimale afstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en de
apparatuur, zoals hieronder wordt aanbevolen, volgens het maximale uitgangsvermogen van de
communicatieapparatuur.
Nominaal maximaal
uitgangsvermogen van zender
(W)
0,01
0,1
1
10
100
Voor zenders met een maximaal uitgangsvermogen dat hierboven niet wordt genoemd, kan de aanbevolen
scheidingsafstand d in meter (m) worden geschat op basis van de geldende vergelijking van de zender, waarbij P
het maximale uitgangsvermogen in watt (W) van de zender is volgens de fabrikant van de zender.
Opmerking 1: Bij 800 MHz is de scheidingsafstand voor het hogere frequentiebereik van toepassing.
Opmerking 2: Deze richtlijnen gelden niet in alle situaties. De elektromagnetische golfsnelheid wordt
beïnvloed door de absorptie en reflectie van constructies, objecten en mensen.
Scheidingsafstand op basis van de frequentie van de zender (m)
d = 1.2 √
150 KHz tot 800 MHz
0,1 m
0,4 m
1,2 m
4,0 m
12,0 m
ELEKTROMAGNETISCHE COMPABILITEIT (EMC)
d = 2.3 √
800 MHz tot 2,5 GHz
0,2 m
0,7 m
2,3 m
7,0 m
23,0 m
33