Stoelverstelling
Lengteverstelling stoel
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten. Pro‐
beer de stoel heen en weer te schui‐
ven om er zeker van te zijn dat de
stoel vergrendeld is.
Stoelpositie 3 49, stoelverstelling
3 50.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
Rugleuning voorstoelen
Hendel naar achteren draaien, zitting‐
hoek instellen en hendel loslaten.
Laat de stoel hoorbaar vastklikken.
Stoelpositie 3 49, Stoelverstelling
3 50, Rugleuning neerklappen
3 52.
Kort en bondig
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog : stoel omhoog
omlaag : stoel omlaag
Stoelpositie 3 49, stoelverstelling
3 50.
7