Houd e nogmaals ingedrukt om de
softtop en de ruiten te sluiten 3 33.
Centrale vergrendelingsknoppen
Beide portieren, de bagageruimte en
de tankklep worden vanuit de passa‐
giersruimte vergrendeld of ontgren‐
deld.
Druk op e om te vergrendelen.
Druk op c om te ontgrendelen.
Storing in handzendersysteem
Ontgrendelen
Bestuurdersportier handmatig ont‐
grendelen door de sleutel in het slot
te draaien. Schakel het contact in en
druk op de centrale vergrendelings‐
knop c om het passagiersportier, de
bagageruimte en de tankklep te ont‐
grendelen.
Als u het contact inschakelt, wordt het
vergrendelingssysteem uitgescha‐
keld.
Sleutels, portieren en ruiten
Vergrendelen
Bestuurdersportier handmatig ver‐
grendelen door de sleutel in het slot
te draaien.
Storing in centrale vergrendeling
Ontgrendelen
Bestuurdersportier handmatig ont‐
grendelen door de sleutel in het slot
te draaien. U kunt het passagierspor‐
tier openen door tweemaal aan de
binnenste portiergreep te trekken. U
kunt de bagageruimte en de tankklep
niet openen.
Om het diefstalalarmsysteem te
deactiveren, het contact inschakelen
3 28.
Vergrendelen
Druk op de binnenste vergrendelknop
van het passagiersportier. Daarna
bestuurdersportier sluiten en van de
buitenkant met de sleutel vergrende‐
len. Tankklep en achterklep kunnen
niet worden vergrendeld.
Softtop handmatig sluiten
3 36.
25