Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Koppel de TPMS-sensoren als volgt:
1. Schakel de handrem in; op auto's
met automatische versnellings‐
bak zet u de keuzehendel op P.
2. Schakel het contact in.
3. Gebruik MENU op de richtingaan‐
wijzerhendel om Informatiemenu
voertuig op het Driver Information
Center te selecteren.
4. Draai het stelwieltje om naar het
bandenspanningsmenu te schui‐
ven.
5. Druk op SET/CLR om het koppe‐
len van de sensoren te starten. Er
moet een bericht met een vraag
om acceptatie van het proces ver‐
schijnen.
6. Druk nogmaals op SET/CLR om
de selectie te bevestigen. De cla‐
xon piept twee keer om aan te ge‐
ven dat de ontvanger in de inleer‐
modus staat.
7. Begin met de voorwiel aan de lin‐
kerzijde.
8. Zet de inleertool bij het ventiel te‐
gen de wang van de band. Druk
daarna op de knop om de TPMS-
sensor te activeren. De claxon
piept ter bevestiging dat de sen‐
soridentificatiecode aan de positie
van dit wiel is gekoppeld.
9. Ga verder met het voorwiel rechts
en herhaal de procedure zoals be‐
schreven in stap 8.
10. Ga verder met het achterwiel
rechts en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 8.
11. Ga verder met het achterwiel aan
de linkerzijde en herhaal de pro‐
cedure in stap 8. De claxon piept
twee keer ter aanduiding dat de
sensoridentificatiecode aan de
achterband aan de linkerzijde is
gekoppeld en dat de procedure
voor het koppelen van de TPMS-
sensoren afgesloten is.
12. Schakel het contact uit.
13. Breng alle vier de banden op de
aanbevolen bandenspanning
zoals aangegeven op het etiket

bandenspanning.

14. Zorg dat de bandenlaadstatus
volgens de geselecteerde span‐
ning is ingesteld 3 99.
Verzorging van de auto
Afhankelijkheid van temperatuur
De bandenspanning hangt af van de
temperatuur van de band. Onderweg
lopen de temperatuur en de spanning
van de band op. Bandenspannings‐
waarden op het etiket bandenspan‐
ningsinformatie en het overzicht ban‐
denspanningswaarden gelden voor
koude banden, d.w.z. bij 20 °C. Bij
elke 10 °C meer neemt de spanning
met zo'n 10 kPa toe. Houd hiermee
rekening wanneer u warme banden
controleert.
De bandenspanningswaarde die u op
het Driver Information Center ziet, is
de werkelijke bandenspanning. Bij
een afgekoelde band is deze waarde
iets lager, maar is de band niet lek.
Bandenspanning
De bandenspanning minstens om de
14 dagen en vóór elke lange rit bij
koude banden controleren. Het reser‐
vewiel niet vergeten. Dit geldt ook
voor auto's met een bandenspan‐
ningscontrolesysteem.
Draai het ventieldopje los.
221

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave