142
Rijden en bediening
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden
Tijdens de eerste ritten niet onnodig
hard remmen.
Tijdens de eerste rit kan er rookont‐
wikkeling optreden door het verdam‐
pen van was en olie op het uitlaatsys‐
teem. Na de eerste rit de auto enige
tijd buiten parkeren en inademen van
de dampen vermijden.
Tijdens het inrijden kunnen het brand‐
stof- en motorolieverbruik hoger zijn
en wordt het dieselpartikelfilter wel‐
licht vaker gereinigd. Autostop is wel‐
licht niet mogelijk wanneer de accu
wordt opgeladen.
Dieselpartikelfilter 3 147.
Contactslotstanden
0 : contact uit
1 : stuurslot opgeheven, contact uit
2 : contact aan, bij dieselmotor:
voorgloeien
3 : starten
Vertraagde uitschakeling
stroom
De volgende elektronische systemen
kunnen werken tot het bestuurders‐
portier is geopend of ten laatste 10
minuten nadat het contact werd uit‐
geschakeld.
● elektrisch bediende ruiten
● stekkerdozen
Het Infotainmentsysteem blijft van
stroom voorzien en zal 30 minuten
blijven werken of tot de sleutel uit de
contactschakelaar wordt gehaald, on‐
afhankelijk of er een portier geopend
wordt of niet.
Motor starten
Handgeschakelde versnellingsbak:
bedien de koppeling.
Automatische versnellingsbak: be‐
dien de rem en zet de keuzehendel in
P of N.