● het verzoek om te stoppen wan‐
neer een parkeerplek is gevon‐
den
● de richting waarin u rijdt om in te
parkeren
● het verzoek tot het inschakelen
van de achteruit- of de vooruit‐
versnelling
● het verzoek tot optrekken of rem‐
men
● voor sommige instructies ver‐
schijnt er een voortgangsbalk op
het Driver Information Center
● goed inparkeren, aangegeven
door een pop-upsymbool en een
geluidssignaal,
● het annuleren van een inparkeer‐
manoeuvre
Weergaveprioriteit
De informatie van de geavanceerde
parkeerhulp op het Driver Information
Center kan worden geblokkeerd door
boordinformatie met een hogere pri‐
oriteit. Na het bevestigen van het be‐
richt via SET/CLR op de richtingaan‐
wijzer verschijnen de instructies van
de geavanceerde parkeerhulp weer
en kunt u het inparkeren voortzetten.
Deactivering
Het systeem wordt gedeactiveerd
door:
● D lang in te drukken
● nadat het inparkeren is gelukt
● tijdens het zoeken naar een par‐
keerplek sneller dan 30 km/u te
rijden
● tijdens het inparkeren sneller dan
8 km/u te rijden
● de constatering dat de bestuur‐
der het stuurwiel aanraakt
● te veel te schakelen: acht par‐
keercycli bij parallel inparkeren of
vijf cycli bij haaks inparkeren
● wanneer u de ontsteking uitscha‐
kelt
Wanneer u het systeem deactiveert
of wanneer het zichzelf deactiveert tij‐
dens het inparkeren, dan verschijnt
Parkeren gedeactiveerd op het dis‐
play. Ook klinkt er een geluidssignaal.
Rijden en bediening
Storing
Er verschijnt een bericht wanneer:
● er een storing in het systeem zit
● u de parkeermanoeuvre niet
goed afmaakt
● het systeem buiten werking is
● een van de bovenstaande rede‐
nen voor deactiveren van toepas‐
sing is
Als er tijdens het inparkeren een voor‐
werp wordt herkend, dan verschijnt
Stop op het display. Door het verwij‐
deren van het object wordt het inpar‐
keren hervat. Wordt het niet verwij‐
derd, dan wordt het systeem gedeac‐
tiveerd. Druk lang op D om het sys‐
teem naar een nieuwe parkeerplek te
laten zoeken.
Algemene opmerkingen over
parkeerhulpsystemen
9 Waarschuwing
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen reflecterende oppervlak‐
ken van uiteenlopende aard op
155