Bedieningsorganen voor:
● luchtdebiet
● temperatuur
● luchtverdeling
: koeling
n
AUTO : automatische modus
: handmatig bediende lucht‐
4
recirculatie
: ontwasemen en ontdooien
V
: verwarmbare achterruit
Ü
3 31
Verwarmde stoelen ß 3 38.
Verwarmd stuurwiel * 3 72.
In de automatische modus worden de
temperatuur, het luchtdebiet en de
luchtverdeling automatisch geregeld.
Instellingen van de klimaatregeling
verschijnen op het infodisplay. Wijzi‐
gingen in instellingen verschijnen
kortstondig over het momenteel
weergegeven menu heen.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.
Klimaatregeling
Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor maximaal com‐
fort:
● Druk op AUTO, de luchtverdeling
en ventilatorsnelheid worden au‐
tomatisch geregeld. De LED in
de knop brandt om activering aan
te geven.
● Open alle luchtroosters voor een
optimale luchtverdeling in de au‐
tomatische modus.
121