122
Klimaatregeling
● Druk op n voor het inschakelen
van optimale koeling en ontwa‐
seming. De LED in de knop
brandt om activering aan te ge‐
ven.
● Stel de voorkeuzetemperatuur in
met de middelste draaiknop. De
aanbevolen temperatuur is
22 °C.
Temperatuur selecteren
Stel de temperatuur in door de mid‐
delste draaiknop op de gewenste
waarde te zetten. Deze wordt aange‐
geven op het schermpje van de scha‐
kelaar.
Voor maximaal comfort de tempera‐
tuur slechts in kleine stappen wijzi‐
gen.
Als de minimumtemperatuur Lo is in‐
gesteld, levert de klimaatregeling
maximale koeling, als de koeling n
wordt ingeschakeld.
Wanneer u de maximumtemperatuur
Hi instelt, zorgt het klimaatregelsys‐
teem voor een maximale verwarming.
Let op
Als n wordt ingeschakeld, kan door
het verlagen van de ingestelde tem‐
peratuur de motor vanuit een Auto‐
stop opnieuw worden gestart of een
Autostop worden belemmerd.
Stop-startsysteem 3 130.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien V
● Druk op V. De LED in de knop
brandt om activering aan te ge‐
ven.
● Temperatuur en luchtverdeling
worden automatisch ingesteld,
de aanjager draait met een hoge
snelheid.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Om terug te gaan naar de vorige
modus: V indrukken; om naar
de automatische modus te gaan:
AUTO indrukken.