114
Verlichting
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags
geactiveerd worden gaat de vloer‐
verlichting automatisch aan.
Plafondverlichting
De spot in de binnenverlichting gaat
aan wanneer de koplampen worden
ingeschakeld.
De plafondverlichting verlicht de
schakelconsole indirect.
Sfeerverlichting
De sfeerverlichting bestaat uit indi‐
recte verlichting in de portieren, in het
dashboard onder de verwarmings- en
ventilatiemodule en in de voeten‐
ruimte van de passagier. 8 kleuren
kunnen worden geselecteerd via een
toets in de dakconsole.
Toets indrukken met ingeschakeld
contact:
m één keer
: aan of uit
kort indrukken
S herhaalde‐
: de kleuren veran‐
deren stapsgewijs
lijk kort
indrukken
S lang
: kleuren verande‐
ren voortdurend
indrukken
De sfeerverlichting kan met het kar‐
telwieltje A samen met de instrumen‐
tenverlichting worden gedimd 3 113.
De geselecteerde kleur blijft bij de vol‐
gende keer inschakelen van het con‐
tact.
De sfeerverlichting licht bij het uit‐
schakelen van het contact automa‐
tisch op en dooft na het openen van
een portier. m indrukken na uitscha‐
kelen van het contact, de sfeerver‐
lichting blijft gedurende 60 minuten
aan.
Sterrenhemel
De sterrenhemel bestaat uit ongeveer
64 LED's. De intensiteit ervan kan
worden gedimd met een toets in de
dakconsole.