134
Rijden en bediening
Storing
Bij een storing in het systeem licht het
controlelampje b permanent op en
verschijnt er een bericht of een waar‐
schuwingscode op het Driver Infor‐
mation Center. Het systeem is buiten
werking.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Stadsmodus
De stadsmodus is een functie voor
meer stuurbekrachtiging bij lagere
snelheden, zoals in stadsverkeer of
bij het inparkeren. De stuurbekrachti‐
ging wordt versterkt voor meer com‐
fort.
Activering
Druk bij een draaiende motor op toets
B. Het systeem werkt vanuit statio‐
nair draaien tot 35 km/u en navenant
in de achteruitversnelling. Bij hogere
snelheden schakelt het systeem over
op de reguliere modus. De stadsmo‐
dus werkt automatisch wanneer de
snelheid onder deze waarde daalt.
Een brandende LED in de toets
Stadsmodus geeft aan dat het sys‐
teem actief is en er verschijnt een be‐
richt op het Driver Information Center.
De stadsmodus blijft actief tijdens Au‐
tostop, maar werkt alleen waanneer
de motor draait. Stop-startsysteem
3 126.
Deactivering
Druk op toets B, de LED in de toets
dooft en er verschijnt een bericht op
het Driver Information Center.
Elke keer bij het starten van de motor
wordt de stadsmodus gedeactiveerd.
Overbelasting
Bij een zware belasting van het stuur‐
huis in de stadsmodus, bijv. bij lang‐
durig inparkeren of bij zeer druk
stadsverkeer, wordt het systeem ge‐
deactiveerd om oververhitting te
voorkomen. Het stuurhuis werkt in de
reguliere modus totdat de stadsmo‐
dus automatisch wordt geactiveerd.