120
Klimaatregeling
■ Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
■ Om terug te gaan naar de vorige
modus: toets V indrukken; om
naar de automatische modus te
gaan: toets AUTO indrukken.
U kunt de instelling van de automati‐
sche achterruitverwarming wijzigen
op het Info-display. Persoonlijke in‐
stellingen 3 100.
Let op
Als de V-knop wordt ingedrukt ter‐
wijl de motor loopt, wordt een Auto‐
stop verhinderd totdat er opnieuw op
de V-knop wordt gedrukt.
Als de V-knop wordt ingedrukt ter‐
wijl de motor in een Autostop is, zal
de motor automatisch herstarten.
Stop-startsysteem 3 126.
Handmatige instellingen
U kunt de instellingen van het klimaat‐
regelsysteem als volgt met de toetsen
en draaiknoppen veranderen. Wan‐
neer u een instelling verandert, wordt
de automatische modus gedeacti‐
veerd.
Luchtdebiet Z
Draai aan de linker draaiknop voor
een hoger of lager luchtdebiet. Het
luchtdebiet wordt weergegeven op
het Info-Display.
Knop naar $ draaien: ventilator en
koeling worden uitgeschakeld.
Automatische modus opnieuw in‐
schakelen: Toets AUTO indrukken.
Luchtverdeling
Draai aan de rechter draaiknop voor
de gewenste aanpassing. De instel‐
ling wordt weergegeven op het
Info-Display.
K = naar de voetenruimte
9 = naar de voorruit, de voorste zij‐
ruiten en de voetenruimte
s = naar de voorruit en de voorste
zijruiten
M = naar hoofdhoogte via de ver‐
stelbare luchtroosters
L = naar de hoofd- en voeten‐
ruimte