5. Onderhoud en reparatie
Aankoppelen van werktuigen
Steeds na 50 bedrijfsuren of na iedere
reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger
moet de smeernippel (1) met biologisch
afbreekbaar vet gesmeerd worden.
De aftakas dient bovendien iedere keer
dat een werktuig wordt aangekoppeld,
te worden ingevet.
Stuurstang
De smeernippels (2) van de stuurstang
en de aanhanginstallatie moeten eens
per jaar en na iedere reinigingsbeurt met
een hogedrukreiniger met biologisch
afbreekbaar vet gesmeerd worden.
Op de betreffende plaatsen moet een
vetkraag aanwezig zijn, deze beschermt
de onderdelen tegen het binnendringen
van water en vuil.
Instellingen van de hendels
Speling of instellingen voor iedere inge-
bruikname controleren en eventueel
corrigeren (vooral tijdens de inrijperio-
de na de eerste ingebruikname of na het
verwisselen van de koppelings- of rem-
voering).
40
Contramoer (2) aan de instelschroef
(1) losmaken.
Instelschroef verstellen tot speling
A = 5–6 mm bereikt is.
Contramoer weer vastdraaien.
Veiligheidsschakeling
stoppositie
Controleer de veiligheidsschakeling bij
iedere onderhoudsbeurt op juist functio-
neren.
Wanneer de hendel (B/1) wordt los-
gelaten en de koppeling is geschakeld,
dient de motor automatisch tot stilstand
te komen.
Elektrische leidingen en stekkers
moeten eveneens gecontroleerd wor-
den, eventueel vervangen.
Laat dit uitvoeren door een AGRIA-
vakgarage!
Eenassige tractor 3500
UItgave 03.95