5. Onderhoud en reparatie
Machine
Transmissie
Het transmissieoliepeil moet voor ie-
dere ingebruikname en steeds na 8 be-
drijfsuren gecontroleerd worden.
Oliecontroleschroef aan de buiten-
kant reinigen en verwijderen.
Oliepeil moet gelijk zijn met de con-
troleopening bij horizontaal staande
machine, eventueel transmissieolie bij-
vullen.
Afdichtring (3) controleren en even-
tueel vervangen, controleschroef met
afdichtring weer vastschroeven.
olie-
peil
UItgave 03.95
Transmissieolie verversen na de eer-
ste 50 bedrijfsuren en vervolgens na ie-
dere 300 bedrijfsuren, met warme mo-
tor.
Olievuldop (1), aftapplug (5) en hun
omgeving goed schoon houden zodat
geen vuil in de transmissie komt.
Aftapplug (5) losdraaien, afgewerkte
olie opvangen en volgens de voorschrif-
ten verwerken.
Afdichtringen (3 en 4) controleren,
eventueel vervangen, aftapplug met af-
dichtring indraaien en vastzetten.
Oliecontroleschroef uitdraaien.
Transmissieolie in de vulhals tot de
controleopening bijvullen.
Controleschroef terugplaatsen en
vastdraaien.
Olievulhals met olievuldopje afsluiten.
Voor hoeveelheden en kwaliteit van
de olie zie 'technische gegevens'.
Aandrijfwielen
De bandenspanning van de banden
moeten regelmatig gecontroleerd wor-
den. Let erop dat de spanning in beide
banden gelijk is zodat probleemloos rij-
den gewaarborgd is.
Eenassige tractor 3500
39