20
Sleutels, portieren en ruiten
Handzender
Voor een sleutelloze bediening van
de volgende functies:
■ Centrale vergrendeling 3 24
■ Open&Start-systeem 3 23
■ Auto starten 3 110
■ Diefstalalarmsysteem 3 29
■ Vergrendelingssysteem 3 28
■ Paniekalarm
■ Motoronderst. verwarming
aangesl.
■ Auto opladen/vertraagd opladen
negeren
■ Elektrisch bediende ruiten comfor‐
tabel openen 3 34
De afstandsbediening heeft een be‐
reik van ca. 60 meter. Dit kan beperkt
worden door invloeden van buitenaf.
Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Voertuiglocator/paniekalarm
Druk één keer op ! om de positiebe‐
paler van de auto te initiëren. De rij‐
verlichting knippert en de claxon
klinkt drie keer.
Druk op ! en houd drie seconden
vast om het paniekalarm te activeren.
De claxon klinkt en de richtingaanwij‐
zers knipperen.
Druk ! opnieuw in om het paniek‐
alarm uit te schakelen.
Motoronderst. verwarming
aangesl.
Activeert de verwarming of de airco
en de achterruitverwarming van bui‐
ten de auto.
Het klimaatregelsysteem gaat stan‐
daard naar de laatste klimaatstand.
Als de ventilator uit is of alleen venti‐
lator was geselecteerd, wordt zo no‐
dig de airco of de verwarming inge‐
schakeld. Automatisch geregelde air‐
conditioning 3 98.
Als de auto verwarmde stoelen heeft
en de stand Persoonlijke instellingen
ingeschakeld is, kunnen de ver‐
warmde stoelen met afstandsbedie‐
ning ook aan gaan.
Verwarmde voorstoelen 3 40, Per‐
soonlijke instellingen 3 86.
Gebruik voor een zo groot mogelijk
bereik Motoronderst. verwarming
aangesl. wanneer de auto wordt op‐
geladen. Na het inschakelen van het
contact werkt het systeem weer nor‐
maal.