134
Rijden en bediening
9 Waarschuwing
Als de camerasensor door vuil,
sneeuw of ijs geblokkeerd is, of als
de koplampen niet schoon of goed
gericht zijn, of als de voorruit vuil
of beschadigd is, detecteert het
systeem wellicht de rijstroken niet.
In deze situaties voorkomt het
Lane Departure Warning-systeem
wellicht geen botsing. Houd de
koplampen schoon en goed ge‐
richt en de voorruit schoon.
Berichten Lane Departure
Warning-systeem
Eventueel kunnen er op het Driver In‐
formation Center (DIC) berichten met
informatie over het Lane Departure
Warning-systeem verschijnen.
Opladen
Deze paragraaf licht het opladen van
de hoogspanningsaccu van de auto
toe. Laat de auto niet langdurig op
plekken met externe temperaturen
staan zonder te rijden of zonder deze
op het stopcontact aan te sluiten.
Bij temperaturen van minder dan
-25 °C moet de auto op het stopcon‐
tact aangesloten blijven om goed te
kunnen werken en opdat de hoog‐
spanningsaccu zo lang mogelijk mee‐
gaat.
Bij temperaturen van minder dan
0 °C of meer dan 32 °C raden wij ech‐
ter aan de auto op het stopcontact
aan te sluiten.
Door het oplaadsysteem kunnen er
ventilatoren en pompen gaan werken
waardoor er bij het uitschakelen ge‐
luiden uit de auto klinken. Ook kan de
bij het opladen gebruikte elektrische
apparatuur klikkende geluiden ma‐
ken.
Als de oplaadkabel in de auto steekt,
kunt u niet rijden.
Programmeerbare laadmodi
Druk op 8 totdat Opladen ver‐
schijnt.
Er zijn drie modi voor programmeer‐
baar opladen.
Druk vanuit het statusscherm oplaad‐
modus op Selecteer laadmodus.
Selecteer een optie:
■ Onmiddellijk bij aansluiting
■ Vertraagd op basis van starttijd
■ Vertraagd op basis van
elektr.tarieven en starttijd
Status oplaadmodus
Onmiddellijk: