Reservoirvol.
Dit is het volume van de vloeistof in het reservoir. De waarde van het
reservoirvolume daalt bij het primen van de pomp en bij het toedienen van
vloeistof door de pomp.
®
De CADD
-Solis-systeemadministrator kan een standaard reservoirvolume
kiezen, zodat het reservoirvolume snel op die waarde kan worden teruggezet.
De arts kan het reservoirvolume bewerken. Deze wijziging geldt uitsluitend voor
het huidige protocol en blijft van kracht totdat de taak Start nieuwe patiënt of
Start nieuw protocol, zelfde patiënt wordt geselecteerd.
Starttijd
Als Uitgestelde start instellen is geprogrammeerd (zie pagina 35), wordt
Starttijd weergegeven. Dit is het tijdstip waarop de volgende infusie begint.
De pomp moet op de geselecteerde datum en tijd lopen, anders kan de
toediening niet beginnen.
Programmeervoorbeeld
(met gebruik van een pomp met ingeschakelde PharmGuard®-software met
een aangepaste geneesmiddelbibliotheek)
WAARSCHUWING: Houd rekening met de toedieningsnauwkeurigheid van ± 6% van het systeem
wanneer u de pomp programmeert en/of het reservoir vult. Als u dit nalaat, kan de medicatie in het
reservoir sneller op raken dan verwacht. Als de pomp wordt gebruikt om uitermate belangrijke of
levensondersteunende medicatie toe te dienen, kan een onderbreking in de toediening van medicatie
leiden tot (dodelijk) letsel bij de patiënt.
Voorbeeld: Medicatie wordt in een standaard infuuszak van 1000 mL geleverd. De patiënt dient medicatie te
ontvangen met een continue snelheid van 125 mL/uur. De KVO-snelheid moet worden ingesteld op 0 mL/uur.
1. De therapie selecteren
2. De kwalificatie selecteren
• Stop de pomp, als deze loopt.
• Selecteer Taken, dan Bekijk geavanceerde taken en vervolgens
Start nieuwe patiënt.
• Ontgrendel het toetsenbord.
U
D
• Druk op
of
om de Continue-therapie te markeren en druk
S
op
. Zie Start nieuwe patiënt op pagina 31 als u meer informatie
nodig hebt over het selecteren van de therapie.
U
D
• Druk op
of
om de gewenste kwalificatie te markeren en druk op
S
.
C
ontinue toedieningsmodus
53