P
rogrammering van de PomP
U
D
6. Druk op
of
om de limiet voor de instelling te verhogen of te
verlagen en selecteer Opslaan.
7. Blijf door de instellingen navigeren tot u limieten hebt ingesteld voor alle
waarden die u wilt instellen. Selecteer Terug om terug te gaan naar het
menu Limieten toedieningsinst. Druk op
aan te passen instelling te gaan of druk op Terug om te voltooien.
Toedieningsinstellingen
De toedieningsinstellingen zijn patiëntspecifieke parameters van een therapie die rechtstreeks samenhangen
met de medicatie die per infuus wordt toegediend en kunnen worden bewerkt binnen de limieten die in
het protocol zijn vastgesteld. De CADD
van de parameters, van toepassing zijnde programmeereenheden en concentratie van de medicatie en
overige parameterlimieten en bepaalt tevens welke parameters kunnen worden bekeken en/of bewerkt. Een
beveiligingscode (of de pompsleutel, indien ingeschakeld) is vereist voor het bewerken van de parameters.
De toedieningsinstellingen worden door de CADD
®
PharmGuard
Administrator Medication Safety Software. Ze kunnen ook handmatig worden geprogrammeerd
via het menu Geavanceerde taken wanneer een nieuw protocol of een nieuwe patiënt wordt ingesteld.
WAARSCHUWING: De handmatige programmeermodus bevat geen programmeerlimieten. Controleer
zorgvuldig of elke parameter overeenkomt met het recept. Wanneer de juiste waarden niet worden
ingesteld, kan dit leiden tot ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt.
Bij het programmeren van de startwaarden voor een protocol stelt de CADD
ook de harde en zachte limieten in, die u misschien de mogelijkheid bieden om de parameters indien nodig te
wijzigen. Elke geprogrammeerde waarde tussen of gelijk aan de zachte limieten wordt in het groen weergegeven.
Dit is het bereik dat over het algemeen wordt gebruikt voor het protocol. Elke geprogrammeerde waarde buiten
de zachte limieten maar binnen de harde limieten wordt in het oranje weergegeven. De harde limieten zijn de
hoogste en laagste waarden die voor elk protocol kunnen worden geprogrammeerd. Veranderingen in deze
instellingen hebben rechtstreeks invloed op de hoeveelheid medicatie die aan de patiënt wordt toegediend, en
wijzigingen die zijn aangebracht in het menu Toedien. instelling zijn alleen van invloed op de therapie die op
dat moment is geprogrammeerd. Als de voorschriften niet overeenstemmen met de beginwaarden, moeten de
waarden worden gewijzigd totdat ze hiermee overeenstemmen. Als parameters hoger of lager dan de zachte
limietwaarden worden ingesteld, verschijnt er een scherm dat u vraagt het negeren van de zachte limietwaarden
te bevestigen.
38
U
D
of
om naar een andere
®
-Solis-systeemadministrator bepaalt de aanvankelijke waarden
®
-Solis-systeemadministrator geprogrammeerd via de
®
-Solis-systeemadministrator