•
Controleer de pomp op beschadigingen als deze valt of een klap krijgt. Een beschadigde of niet goed
functionerende pomp mag niet worden gebruikt. Neem contact op met de klantenservice van Smiths
Medical om de pomp voor onderhoud te retourneren.
•
Om letsel en elektrische schokken bij de patiënt te voorkomen, moet de pomp voorafgaand aan
preventief onderhoud en reparatie van de pomp los worden gekoppeld van de patiënt.
•
Gebruik geen injectiespuit met de CADD
onvoldoende toediening van medicatie.
®
•
De CADD
-Solis VIP-pomp en de accessoires bevatten kleine onderdelen die verstikkingsgevaar
kunnen opleveren voor jonge kinderen.
•
Dien geen medicatie toe in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, tenzij de medicatie is geïndiceerd
voor toediening in deze ruimtes.
•
Om infusie te voorkomen van medicatie die niet geïndiceerd is voor infusie in de epidurale of
subarachnoïdale ruimte, mogen er GEEN toedieningssets worden gebruikt die
injectieplaatsen bevatten.
•
Indien een CADD™-medicatiecassettereservoir, CADD
wordt gebruikt om medicatie toe te dienen in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, is het sterk
aan te bevelen om deze duidelijk te onderscheiden van systemen die gebruikt worden voor andere
toedieningsroutes, bijvoorbeeld door kleurcodering of een andere identificatiewijze.
•
Als de luchtdetector is uitgeschakeld, wordt lucht in het vloeistofpad niet waargenomen door de pomp.
Het wordt aanbevolen om het vloeistofpad regelmatig te controleren en eventueel aanwezige lucht te
verwijderen, zodat het ontstaan van een luchtembolie voorkomen wordt.
•
De luchtdetector kan, indien ingeschakeld, worden ingesteld op het detecteren en signaleren van
luchtbellen, al zijn ze slechts 150 μL groot. Voor patiënten en behandelingen waarbij risico van letsel
door luchtembolie bestaat, moeten de instelling Hoge gevoeligheid en/of gefilterde sets worden
overwogen.
•
Als de sensor voor opwaartse occlusie is uitgeschakeld, wordt een opwaartse occlusie tussen de pomp
en het reservoir niet waargenomen door de pomp. Het wordt aanbevolen om regelmatig te controleren
of het vloeistofpad niet wordt geblokkeerd door een knik in de infuuslijn, een slangklem of andere
oorzaken van opwaartse obstructies. Opwaartse occlusies kunnen leiden tot onvoldoende toediening
van medicatie.
•
Maak nooit de beveiligingscodes van de pomp of andere informatie bekend waarmee een patiënt of arts
zonder machtiging toegang zou kunnen verkrijgen tot alle programmeer- en gebruiksfuncties.
•
Laat de pomp niet onbewaakt achter als hij ontgrendeld is. Alle programmeerfuncties zijn toegankelijk
als de pomp ontgrendeld is.
•
De handmatige programmeermodus omvat geen programmeerlimieten. Controleer elke parameter
zorgvuldig om zeker te zijn dat deze exact overeenkomt met het voorschrift.
•
Controleer de programmering van de pomp altijd zorgvuldig nadat deze is ingevoerd, zodat juiste
programmering van de pomp is gewaarborgd.
•
De PCA-handset mag alleen door de patiënt worden gebruikt. Gebruik door anderen dan de patiënt kan
afgifte van te veel medicatie veroorzaken.
•
Zorg dat er met de nauwkeurigheidsspecificatie van ± 6% voor systeemtoediening rekening wordt
gehouden wanneer de pomp wordt geprogrammeerd en/of het reservoir gevuld. Als dit wordt
nagelaten, kan dit ertoe leiden dat het reservoir sneller leeg is dan verwacht.
•
Wees voorzichtig bij gebruik van de klinische bolusfunctie. Aangezien er geen grenzen gesteld zijn aan
de frequentie van het toedienen van een bolus en de hoeveelheid van een bolus op wel 50 mL (of het
equivalent in mg of µg) ingesteld kan worden, mag u niet toestaan dat de patiënt of onbevoegd medisch
personeel de procedure voor het toedienen van een klinische bolus leert kennen.
•
Om te voorkomen dat de patiënt toegang heeft tot de klinische bolusfunctie, moet u ervoor zorgen dat
de patiënt de beveiligingscodes voor artsen en administrators niet kent.
4
®
-Solis-pomp. Het gebruik van een injectiespuit kan leiden tot
®
-uitbreidingsset of CADD
®
-toedieningsset