Neerwaartse occlusiesensor
De pomp bevat een neerwaartse occlusiesensor. Wanneer neerwaartse occlusie (tussen de pomp en
de patiënt) wordt waargenomen, gaat een alarm over, stopt de toediening en wordt op het scherm
'Neerwaartse occlusie. Verwijder occlusie tussen pomp en patiënt.' weergegeven.
Opwaartse occlusiesensor
De pomp bevat een opwaartse occlusiesensor. Deze functie kan in en uit worden geschakeld (zie
Opwaartse sensor aan/uit op pagina 109). Wanneer een opwaartse occlusie (tussen de pomp en
het reservoir) wordt waargenomen, gaat een alarm over, stopt de toediening en wordt op het scherm
'Opwaartse occlusie. Verwijder occlusie tussen pomp en reservoir.' weergegeven.
WAARSCHUWING: Als de sensor voor opwaartse occlusie is uitgeschakeld, controleert de pomp niet
of er sprake is van opwaartse occlusie tussen de pomp en het reservoir. Het wordt aanbevolen om
regelmatig te controleren of het vloeistofpad niet wordt geblokkeerd door een knik in de infuuslijn,
een slangklem of andere oorzaken van opwaartse obstructies. Opwaartse occlusies kunnen leiden tot
onvoldoende toediening van medicatie. Als deze occlusies niet worden opgemerkt, kunnen ze leiden
tot ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt.
Accessoires
LET OP: Gebruik alleen accessoires van Smiths Medical die specifiek bestemd zijn voor gebruik met de
®
CADD
-Solis ambulante infuuspomp, omdat andere merken een negatief effect kunnen hebben op
het functioneren van de pomp.
®
Alle CADD
-Solis-accessoires kunnen worden besteld bij de klantenservice van Smiths Medical. Zie voor
gedetailleerde instructies en waarschuwingen die van toepassing zijn op de afzonderlijke accessoires de
gebruiksaanwijzingen die bij het product zijn meegeleverd. In het schema van de pomp op pagina 14
worden de locaties van de met de accessoires gebruikt poorten, aansluitingen, sluitingen en vakjes
geïllustreerd.
PharmGuard® Administrator Medication Safety Software
®
Met de PharmGuard
Administrator Medication Safety Software kunt u protocolbibliotheken aanmaken
en beheren en deze vervolgens naar de pomp sturen. Zie de installatiehandleiding en online hulp voor
meer informatie.
AC-adapter
De AC-adapter kan gebruikt worden als een alternatieve energiebron voor de pomp en/of om
de herlaadbare batterij op te laden. Bij gebruik van de AC-adapter moeten de 4 AA-batterijen
of een herlaadbare batterij als back-up zijn geïnstalleerd.
De toegang tot de netsnoeren van de AC-adapter bij de AC-adapter en de pompconnector
moet vrij zijn, zodat deze gemakkelijk kunnen worden losgekoppeld.
LET OP: Gebruik de AC-adapter niet als hij is beschadigd of gevallen, als de draden blootliggen of als
de connectorpennen op ongeacht welke wijze zijn gebogen of beschadigd. Het gebruik van een
beschadigde AC-adapter kan elektrische shock tot gevolg hebben en/of beschadiging van de pomp,
waardoor de behandeling wordt onderbroken of vertraagd.
Als een beschadigde AC-adapter op een pomp is aangesloten, kunnen een of meer van de volgende
gevallen zich voordoen:
•
De pomp kan niet worden aangezet.
•
Het pompscherm blijft donker.
•
Het blauwe lampje aan de zijkant van de pomp dicht bij de AC-adapter kan
•
Er wordt geen audio- of lichtalarm afgegeven.
Herlaadbare batterij
De herlaadbare batterij is een alternatief voor het gebruik van 4 AA-batterijen. De herlaadbare
batterij kan worden opgeladen met de AC-adapter, in of buiten de pomp.
PCA-handset
De PCA-handset kan worden aangesloten op de pomp. De patiënt kan de PCA-handset
gebruiken als alternatief voor de PCA-dosisknop
dosis aan te vragen.
@
om toediening van een PCA-
A
lgemene beschrijving
17