2-8. ELEKTRISCHE EISEN
(vervolg)
KABELTREKONTLASTING
De I-bout moet worden bevestigd aan
het gebouw volgens acceptabele
bouwkundige praktijken.
VOORZICHTIG
GIPSPLAATWANDEN
Bevestig de I-bout aan een steunbalk.
Niet alleen aan de gipsplaatwand
bevestigen. De voorkeursinstallatie is
ca. 15 cm (6 inch) aan weerszijden
van het aansluitpunt. De
kabeltrekonlasting moet ten minste
15 cm (6 inch) korter zijn dan de
flexibele kabelbuis.
1107
Een aparte alpolige aan/uit-schakelaar voorzien van zekeringen of
stroomonderbrekers met voldoende vermogen moet worden
geïnstalleerd op een gemakkelijk bereikbare plaats tussen het
frituurapparaat en de stroomvoorziening volgens de nationale en
plaatselijke voorschriften. Het moet bestaan uit een geïsoleerde
koperen geleider geschikt voor 600 V en 90 o C. Als de afstand
groter is dan 15,24 m (50 feet) moet de daaropvolgende geleidermaat
worden gebruikt. Bij apparaten met CE-markering is voor de
aansluiting op het klemmenblok een minimale draadmaat van 6 mm
noodzakelijk.
Wij raden u aan voor de stroomketen van het frituurapparaat een 30
mA-beveiliging te gebruiken zoals een aardlekschakelaar of een
beveiliging tegen aardfoutstromen.
Permanent aangesloten elektrische frituurapparaten met zwenkwielen
moeten worden geïnstalleerd met een flexibele kabelbuis en een
kabeltrekontlasting, als zij worden geïnstalleerd in de VS. Zie
afbeelding links. In de achterkant van het frame zijn gaten aanwezig
waarmee de kabeltrekontlasting aan het frituurapparaat kan worden
bevestigd. De kabeltrekonlasting voorkomt niet dat het
frituurapparaat kantelt.
Het frituurapparaat wordt geleverd met 2 verschillende, 2,13 m (7 ft.)
lange voedingskabels. De voedingskabel met de NEMA L21-20P
twistlock-stekker is uitsluitend bestemd voor de McDonald's Hood
Interlock Receptacle (vergrendelingscontact voor afzuigkap), en
levert stroom aan de bedieningselementen en de filterpompen.
De andere voedingskabel, die stroom levert aan het
verwarmingssysteem, is uitgerust met een NEMA 15-60P rechte
stekker, en elke frituurbak heeft zijn eigen voedingskabel.
De voedingskabels moeten oliebestendig en flexibel zijn en voorzien
van een kabelmantel en mogen niet lichter zijn dan een kabel met een
kabelmantel van normaal polychloropreen of een andere
gelijkwaardige synthetische elastomeer.
Model LVE-102, 103, 104
2-5